Het einde van de
afvoerslang moet altijd
geventileerd zijn, d.w.z. dat
de binnendiameter van de
afvoerpijp (min. 38 mm -
min. 1.5") groter moet zijn
dan de buitendiameter van
de afvoerslang.
5. Zonder de plastic slanggeleider aan
een gootsteenafvoer - Doe de
afvoerslang in de gootsteenafvoer en zet
deze vast met een klem. Zie de
illustratie.
Zorg dat de afvoerslang een bocht maakt
om te voorkomen dat deeltjes uit de
gootsteen in het apparaat komen.
1
ø16
2
W011
Bevestig de afvoerslang aan de
gootsteenafvoer en zet hem vast met
een klem. Zorg dat de afvoerslang een
bocht maakt om te voorkomen dat
deeltjes uit de gootsteen in het apparaat
komen.
6. Plaats de slang direct op een
ingebouwde afvoerleiding in de
kamerwand en zet vast met een klem.
5.3 Montage op zwevende
vloeren
Zwevende houten vloeren zijn in het
bijzonder vatbaar voor trillingen.
Om trillingen te voorkomen raden we aan
een waterbestendig houten paneel van
minstens 15 mm dik onder het apparaat
te plaatsen. Het dient aan minimaal 2
vloerliggers geschroefd te worden en
moet verder reiken dan de voorste
voeten.
Indien mogelijk moet het apparaat op
een stabielere vloer worden
geïnstalleerd.
5.4 Elektrische aansluiting
Aan het einde van de installatie kunt u de
stekker in het stopcontact steken.
Het typeplaatje aan de binnenrand van
de deur van het apparaat en het
hoofdstuk 'Technische gegevens' geven
de benodigde elektrische waarden aan.
Zorg ervoor dat ze compatibel zijn met
de netvoeding.
Controleer of de elektrische installatie in
uw woning geschikt is voor het maximale
vereiste vermogen; houd hierbij rekening
met andere apparaten die in gebruik zijn.
Sluit het apparaat aan op een geaard
stopcontact.
Het aansluitsnoer moet na de installatie
van het apparaat toegankelijk zijn.
NEDERLANDS
11