Voor u in onze kookstudio uitgetest.
nl
Inmaken
In uw apparaat kunt u fruit en groente inmaken.
:
Waarschuwing – Risico van letsel!
Wanneer de levensmiddelen niet goed zijn ingekookt,
kunnen de inmaakpotten barsten. Volg de aanwijzingen
voor het inkoken.
Potten
Gebruik uitsluitend schone en onbeschadigde
weckpotten. Gebruik uitsluitend hittebestendige, schone
en onbeschadigde rubber afdichtringen. Klemmen en
veren van tevoren controleren.
Gebruik bij een inmaakproces alleen weckpotten van
gelijke grootte die gevuld zijn met dezelfde
levensmiddelen. In de binnenruimte kunt u de inhoud
van maximaal zes weckpotten met ^, 1 of 1^ liter
tegelijkertijd inmaken. Gebruik geen grotere of hogere
potten. Dan zouden de deksels kunnen springen.
De weckpotten mogen tijdens het inkoken niet met
elkaar in contact komen in de binnenruimte.
Fruit en groente voorbereiden
Gebruik uitsluitend fruit en groenten die geen gebreken
vertonen. Was ze grondig.
Fruit resp. groente, afhankelijk van de soort, schillen,
ontpitten, kleinmaken en in weckpotten doen. Vullen tot
ca. 2 cm onder de rand.
Fruit: de vruchten in de weckpotten doen, met een hete,
afgeschuimde suikeroplossing (ca. 400 ml voor 1-
literfles). Op één liter water:
ca. 250 g suiker bij zoet fruit
■
ca. 500 g suiker bij zuur fruit
■
Gerecht
Groente, bijv. wortelen
Groente, bijv. komkommer
Steenvruchten, bijv. kersen, prui-
men
Pitvruchten, bijv. appels, aardbeien Inmaakpotten 1 liter
Deeg laten rijzen
Het deeg rijst duidelijk sneller dan bij kamertemperatuur
en droogt niet uit. Start de werking alleen wanneer de
binnenruimte geheel is afgekoeld.
Laat gistdeeg altijd twee maal rijzen. Houd u wanneer
het deeg voor de eerste en tweede keer rijst aan de
opgaven in de insteltabellen (gaarheid van het deeg en
afzonderlijke gaarheid).
Gaarheid van deeg
Doe het deeg in een hittebestendige schaal en plaats
40
Accessoires/vormen
Inmaakpotten 1 liter
Inmaakpotten 1 liter
Inmaakpotten 1 liter
Groente: de groente in de weckpotten doen met heet,
gekookt water.
De glazen randen schoonmaken. Leg op elke pot een
natte rubberen ring en een deksel. Sluit de potten af
met klemmen. Plaats de potten zó in de braadslede dat
ze elkaar niet raken. 500 ml heet water (ca. 80 °C) in
de braadslede doen. Instellen zoals aangegeven in de
tabel.
Inmaken beëindigen
Fruit: Na enige tijd stijgen er met korte tussenpozen
belletjes op. Zodra in alle weckpotten belletjes te zien
zijn het apparaat uitschakelen. Haal de weckpotten na
de aangegeven nawarmtijd uit de binnenruimte.
Groente: Na enige tijd stijgen er met korte tussenpozen
belletjes op. Zodra alle weckpotten borrelen, de
temperatuur tot 120 °C reduceren en ze zoals
aangegeven in de tabel in de gesloten binnenruimte
verder laten borrelen. Schakel na afloop van deze tijd
het apparaat uit en maak zoals in de tabel aangegeven
nog enkele minuten gebruik van de nawarmte.
Haal de potten na het inmaken uit de binnenruimte en
plaats ze op een schone doek. Zet de hete potten niet
op een koude of natte ondergrond, dan zouden ze
kunnen knappen. Dek de weckpotten af om ze te
beschermen tegen tocht. Klemmen pas verwijderen
wanneer de potten koud zijn.
De aangegeven tijden in de insteltabel zijn richtwaarden
voor het inmaken van fruit en groente. Deze kunnen
worden beïnvloed door de omgevingstemperatuur, het
aantal potten en de hoeveelheid, temperatuur en
kwaliteit van de inhoud. De opgaven hebben betrekking
op ronde potten van 1 liter. Controleer voordat u om- of
uitschakelt of de potten werkelijk borrelen. Het borrelen
begint na ca. 30-60 minuten.
Inschuif-
Verwar-
Stap
hoogte
mings-
methode
1
1.
:
2.
3.
1
1.
:
2.
1
1.
:
2.
1
1.
:
2.
deze op het rooster. Instellen zoals aangegeven in de
tabel.
Open tijdens het gisten de apparaatdeur niet omdat er
anders vocht ontwijkt. Het deeg niet afdekken.
Tijdens het gebruik ontstaat er condenswater en beslaat
de deurruit. Na het gisten de binnenruimte afnemen.
Kalkresten met wat azijn oplossen en afnemen met
helder water.
Afzonderlijke gaarheid
Plaats het gebak op de inschuifhoogte die in de tabel is
aangegeven.
Tempera-
Tijdsduur in min.
tuur in °C
160-170
tot aan het borrelen: 30-40
120
vanaf het borrelen: 30-40
-
Nawarmen: 30
160-170
tot aan het borrelen: 30-40
-
Nawarmen: 30
160-170
tot aan het borrelen: 30-40
-
Nawarmen: 35
160-170
tot aan het borrelen: 30-40
-
Nawarmen: 25