Probleem
Het wasgoed is niet zoals
normaal gecentrifugeerd.
De machine meldt geen
storing.
Er zitten vetbolletjes op het
wasgoed.
Er zijn vlekken
achtergebleven op het
wasgoed.
Op het wasgoed zitten witte
resten van het waspoeder.
In de doseerlade blijven
resten waspoeder achter.
De wasverzachter wordt
niet volledig ingespoeld,
er blijft water in het vakje
staan.
Onaangename geur
in de trommel van de
wasmachine
De wastijd is langer dan
normaal.
De tijd op het display wordt
aangepast tijdens het
wasprogramma.
Oorzaak
De machine heeft de UKS*
werking ingeschakeld. Vanwege
de slechte verdeling van het
wasgoed in de trommel heeft de
machine het toerental van de
centrifuge automatisch verlaagd.
Een te lage dosering van het
wasmiddel (het wasgoed was
erg vet).
U heeft een vloeibaar
wasmiddel of waspoeder voor
gekleurd wasgoed gebruikt, dat
geen bleekmiddel bevat.
Dit komt niet door slecht
spoelen van uw wasmachine,
maar door het gebruik van
wasmiddelen zonder fosfaten,
die bestanddelen bevatten,
die niet oplosbaar in water
zijn (zeolieten) voor het
verzachten van het water. Deze
bestanddelen kunnen op het
wasgoed worden afgezet.
Een te geringe doorstroming
van het water.
Sommige waspoeders blijven
sterk aan de lade plakken als
deze vochtig is.
De zuighevel zit niet goed of is
verstopt.
Stof, wasmiddel en
wasverzachter dat is
achtergebleven in het fi lter
• Ontwikkeling van micro-
organismen
• Lage temperatuur van het
inkomende water.
• De machine heeft de UKS*
ingeschakeld omdat het
wasgoed niet gelijkmatig
verdeeld is.
• Lage netspanning.
• Er is een storing opgetreden in
de stroomtoevoer.
Oplossing
De machine werkt normaal.
Aanbevolen wordt, grotere en
kleinere stukken wasgoed samen
te wassen.
Het wasgoed nog een keer
wassen. Bij een dergelijke
vuiltegraad meer waspoeder
doseren of een vloeibaar
wasmiddel gebruiken.
Gebruik een wasmiddel dat een
bleekmiddel bevat.
Het wasgoed direct nog een keer
spoelen.
• Gebruik vloeibare wasmiddelen,
die geen zeolieten bevatten.
• Probeer de resten met een
borstel te verwijderen.
• Reinig het zeefje in de
watertoevoer.
• Veeg voor het doseren van het
waspoeder de doseerlade droog.
Reinig de doseerlade en plaats de
zuighevel terug, zodat hij stevig
vastzit.
Controleer of het fi lter schoon is
• Zet het zelfreinigingsprogramma
in werking (zie hoofdstuk: het
instellen van extra functies).
• Het wasprogramma kan tot 60%
langer duren, maar dit duidt niet
op een storing in de machine.
• De wastijd wordt verlengd met de
duur van de stroomuitval.
23