Wij danken u voor het vertrouwen dat u in ons heeft gesteld door de aankoop van onze wasmachine en feliciteren u met uw goede keuze. Uw nieuwe wasmachine voldoet aan de eisen van de moderne verzorging van het wasgoed en is zuinig in het gebruik van stroom, water en wasmiddelen.
Beschrijving van de wasmachine 1. bedieningspaneel 5. voetjes 2. doseerlade 6. waterafvoerslang 3. deur 7. watertoevoerslang 4. klepje van het pluizenfi lter 8. elektrische aansluiting Technische gegevens (afhankelijk van het model) • max. vulling: 7 kg / 6 kg / 5,5 kg •...
Waarschuwingen • Voor de ingebruikname van de wasmachine moet u de transportbeveiliging verwijderen, anders kunnen bij het inschakelen van de geblokkeerde machine ernstige beschadigingen ontstaan. De garantie geldt niet voor de reparatie van deze beschadigingen! • Gebruik bij de aansluiting van de wasmachine op het waterleidingsnet altijd de bijgeleverde nieuwe aanvoerslang en dichtingen.
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling.
Plaatsen • Stel de wasmachine in de lengte en dwars bij door aan de verstelbare voetjes te draaien. Hij kan met de voetjes +/- 1 cm worden bijgesteld. Na het afstellen van de hoogte van de voetjes moet u de moer goed aandraaien (A) - in de richting van de bodem van het apparaat! Trillingen, bewegen van het apparaat in de ruimte en...
Draai de toevoerslang met de hand aan. Draai hem goed vast om lekken te voorkomen. Controleer of de aansluiting lekvrij is. Het is niet toegestaan een tang, moersleutel of soortgelijk gereedschap te gebruiken om de slang aan te sluiten, omdat u daarmee de moerdraad kunt beschadigen.
Pagina 8
Het stopcontact in de wand moet bereikbaar en (overeenkomstig de geldende voorschriften) geaard zijn. Een vaste aansluiting moet door een vakman worden verricht. Een beschadigde aansluitkabel mag uitsluitend door de fabrikant of een vakman worden vervangen. Sluit het apparaat niet aan op een stopcontact voor een scheerapparaat of een haardroger.
Werking A - Programmakeuzeschakelaar Controlelampjes: B - Toets lager toerental centrifugeren of - wasprogrammafases: niet centrifugeren • wassen + voorwassen C - Toets Kort programma • spoelen D - Toets Extra water • centrifugeren E - Toets START/PAUSE Programma- Basisprogramma’s Gedeeltelijke programma’s keuzeschakelaar Katoen...
Het wasverloop • Open de deur van de wasmachine • Vul de trommel met wasgoed • Sluit de deur • Draai de waterkraan open • Schakel het apparaat in en kies het gewenste programma • Doseer het wasmiddel en de wasverzachter •...
Katoen: wit/bont Normaal vervuild wasgoed, linnen beddegoed, ondergoed, tafellakens, handdoeken, bovenkleding e.d. Voor sterk vervuild kleurvast wasgoed kunt u het programma met voorwas gebruiken Als u een geringe hoeveelheid wasgoed in de machine doet (niet veeleisende weefsels van katoen, wol, synthetisch en gemengde weefsels) en bij minder vervuild wasgoed (om het wasgoed op te frissen, voor bezweet wasgoed ...) kunt u het snelprogramma gebruiken.
U stelt de functie in na de keuze van het basisprogramma, voordat u op de toets START (E) drukt. Verlaging van het toerental • De verlaging van het toerental bij het centrifugeren is afhankelijk van de programmakeuze en het maximale toerental voor het type wasmachine.
- Keuze van gedeeltelijke programma’s ( Dit zijn zelfstandige programma’s, die u kunt gebruiken als u niet het hele wasprogramma nodig heeft. Als u achtereenvolgens meerdere aanvullende programma’s wilt gebruiken, moet u voor elke nieuwe programmakeuze de wasmachine uitschakelen (1 seconde op de “0” stand zetten (A)). Wasverzachten Het programma is bestemd voor het verzachten, stijven of impregneren van het gewassen wasgoed.
Starten van het • Drukt op de START (E) toets. Na enkele seconden begint de wasprogramma wasmachine te werken. Het lampje voor de huidige wasfase gaat branden. Als de deur na het inschakelen van de machine niet gesloten is, begint het lampje naast START na enkele seconden opnieuw te knipperen.
Pagina 15
• Stroomuitval Bij stroomuitval wordt het programma onderbroken. Als de stroomtoevoer weer is hersteld, wordt het programma automatisch voortgezet. Als er bij stroomuitval water in de machine staat, pas dan op dat u de deur niet opent voordat het water uit de machine is gepompt.
Tips voor het wassen en een zuinig gebruik van de wasmachine • Soorteer voor het wassen het wasgoed op soort, vuilheidsgraad en kleurbestendigheid. • Let bij de keuze van het wasprogramma op de symbolen op de etiketten van de kledingstukken (zie de onderhoudstabel op de laatste bladzijde).
vloeibare wasmiddelen laat u het zakken. • Vloeibare wasmiddelen zijn alleen bestemd voor het wassen zonder voorwas. • Bijzonder fi jn wasgoed (dameskousen, fi jn ondergoed e.d.) doet u in een speciaal zakje. • Bij een hoger toerental blijft er minder vocht in het wasgoed achter.
Pagina 18
• Reinig indien nodig ook het dopje onder heet water. • Reinig hem onder stromend water met een borsteltje en droog hem af. Verwijder tegelijkertijd ook eventuele wasmiddelresten van de bodem van het doseerladehuis. • Reinig het gehele spoelgedeelte van de wasmachine, vooral de sproeiers aan de bovenkant van de spoelkamer, met een borsteltje.
Pagina 19
• Open de dop van het fi lter met behulp van gereedschap (een platte schroevendraaier of een soortgelijk stuk gereedschap). • De fi lterinleg voorzichtig in de richting tegen de wijzers van de klok draaien, zodat het water er langzaam uitloopt. Daarna er uit trekken en onder stromend water reinigen.
Storingen De wasmachine controleert zelf de werking van de afzonderlijke functies tijdens het wassen. Bij de vaststelling van onregelmatigheden wordt de fout gemeldt door beide signaallampjes, die in een bepaald ritme beginnen te knipperen. Het aantal knipperingen verschilt afhankelijk van de soort storing.
Pagina 21
Probleem Oorzaak Oplossing Het apparaat werkt niet Er staat geen stroom op het Controleer of: (het aan/uit lampje brandt apparaat. • de stekker in het stopcontact zit, niet). • er stroom op het stopcontact staat, • de zekering in orde is. FOUT 2 Het apparaat start niet het De deuren zijn niet goed...
Pagina 22
Probleem Oorzaak Oplossing Het wasgoed is niet zoals De machine heeft de UKS* De machine werkt normaal. normaal gecentrifugeerd. werking ingeschakeld. Aanbevolen wordt, grotere en De machine meldt geen Vanwege de slechte verdeling kleinere stukken wasgoed samen te storing. van het wasgoed in de wassen.
Pagina 23
Probleem Oorzaak Oplossing FOUT 1 Temperatuur van het De sensor van het • Zet de machine uit, wacht een paar programma is niet bereikt. temperatuur heeft geen seconden, (het apparaat meedeelt verbinding met de elektronica. • Zet de machine aan en herhaal het de fout- lampjes blinken wasprogramma.