Omgaan met de printer
•
Scanmateriaal met een gewicht van 52 tot 120 g/m
•
Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals
knipsels uit tijdschriften) in de ADF-lade. Plaats deze items op de glasplaat.
De glasplaat gebruiken
Ga als volgt te werk bij gebruik van de glasplaat:
•
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat in de hoek met het groene pijltje.
•
Scan of kopieer documenten met een formaat van maximaal 216 x 296,9 mm (8,5 x 11,69 inch).
•
Kopieer boeken met een dikte van maximaal 12,7 mm (0,5 inch).
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken
Onderdeel
1
Display
2
Pijltoetsen
3
Selecteren, knop
4
Adresboek, knop
5
Opnieuw kiezen, knop Het laatstgekozen nummer weergeven.
6
Toetsenblok
7
Slapen, knop
8
Annuleren, knop
9
Start
10
Faxen, knop
11
Terug, knop
12
Startscherm (knop)
1
13
Functie
•
Printerstatus en -berichten weergeven.
•
De printer configureren en bedienen.
Omhoog, omlaag, naar links of naar rechts bladeren.
•
Menuopties selecteren.
•
Instellingen opslaan.
Alle opgeslagen adressen weergeven.
Cijfers, letters of symbolen invoeren.
De slaapstand of sluimerstand inschakelen.
Met de volgende handelingen wordt de slaapstand uitgeschakeld:
•
Druk op een van de printerknoppen.
•
Open een klep of paneel.
•
Verzend een afdruktaak vanaf de computer.
•
Schakel de printer uit en weer in met de aan/uit-schakelaar.
Alle activiteiten van de printer annuleren.
Een taak starten afhankelijk van de geselecteerde modus.
Faxen verzenden.
Terugkeren naar het vorige scherm.
Naar het startscherm gaan.
2
(14–32 lb).
3 4 5
2
6 7
9
10
12
11
8
13