Kan de printer niet vinden in het netwerk
Stel in de volgende gevallen de printer nog een keer in.
•
• Wanneer u een nieuwe computer of draadloze router koopt
•
• Wanneer u de instellingen op uw draadloze router wijzigt
• Wanneer de verbindingsmethode (Wi-Fi/USB) van de printer is gewijzigd
•
•
• Wanneer u het beheerderswachtwoord van de printer bent vergeten
Selecteer Apparaatinstellingen (Device settings) > Instell. herstellen (Reset setting) > Alle
gegevens (All data) in het scherm Instellingenmenu (Setup menu) om het beheerderswachtwoord
terug te zetten naar de standaardinstelling en voer de installatie vervolgens opnieuw uit.
Instelling herstellen
Klik hier voor meer informatie over de instelprocedure.
In andere gevallen dan de bovenstaande:
Als de printer plotseling stopt met werken, ook al hebt u de instellingen van het apparaat of netwerk
waarmee het is verbonden, niet gewijzigd, of als u de printer niet kunt vinden tijdens de instelprocedure,
kunt u het probleem controleren en oplossen met behulp van Wi-Fi Connection Assistant. Nadat de
situatie is verbeterd, voert u de installatie van de printer opnieuw uit.
Wi-Fi Connection Assistant is een krachtig hulpmiddel voor het oplossen van netwerkproblemen.
De basisitems voor het netwerk controleren.
Stap 1
Problemen oplossen met Wi-Fi Connection Assistant.
Stap 2
Als het probleem niet kan worden opgelost met het hulpmiddel.
Stap 3
Stap 1: De basisitems voor het netwerk controleren.
Controleer de voedingsstatus.
Controle 1
Controleer of uw printer en het netwerkapparaat (draadloze router en dergelijke) zijn ingeschakeld.
Als u bezig bent met een installatie, moet u deze onderbreken en controleren of de draadloze router (modem) is
ingeschakeld en vervolgens controleren of de printer is ingeschakeld.
1.
1. Controleer of het netwerkapparaat, zoals een router, is ingeschakeld.
Als de netwerkapparaten niet zijn ingeschakeld, schakelt u ze in. Als de netwerkapparaten zijn
ingeschakeld, schakelt u deze uit en weer in.
Het kan enige tijd duren voordat netwerkapparaten gereed zijn voor gebruik nadat ze zijn
ingeschakeld.
Ga verder zodra het netwerkapparaat, zoals een router, klaar is voor gebruik.
2. Controleren of de printer is ingeschakeld
2.
439