Omgaan met de printer
Onderdeel
3
Toetsenblok
4
Aan/uit
5
Knop Stoppen of
Annuleren
6
indicatielampje
7
Volumeknoppen
8
Headset- of luidspre-
kerpoort
9
Backspaceknop
Uitleg over de status van de aan-uitknop en het
indicatielampje
indicatielampje Printerstatus
Uit
De printer is uitgeschakeld of de sluimerstand van de printer is actief.
Blauw
De printer is gereed of verwerkt gegevens.
Rood
De printer vereist interventie door de gebruiker.
Lampje aan-uitknop Printerstatus
Uit
De printer staat uit of verwerkt gegevens.
Brandt oranje
De printer bevindt zich in de slaapstand.
Knippert oranje
De printer bevindt zich in de sluimerstand.
Het beginscherm gebruiken
Als de printer wordt ingeschakeld, wordt op het display het beginscherm weergegeven. U kunt met de knoppen
en pictogrammen op het startscherm een actie starten.
Opmerking: Het startscherm van uw apparaat kan er anders uitzien, afhankelijk van de aangepaste
instellingen, beheerdersinstellingen en actieve ingesloten oplossingen.
Voor
Hiermee voert u getallen of symbolen in een invoerveld in.
•
De printer in- of uitschakelen.
Opmerking: Om de printer uit te schakelen, houdt u de aan/uit-knop gedurende vijf
seconden ingedrukt.
•
Hiermee zet u de printer in de slaap- of sluimerstand.
•
Hiermee haalt u de printer uit de slaap- of sluimerstand.
Hiermee stopt u de huidige taak.
De status van de printer controleren.
Hiermee past u het volume van de headset of luidspreker aan.
Sluit een headset of luidspreker aan.
Hiermee verplaatst u de cursor terug en verwijdert u een teken in een invoerveld.
13