36
Breng het dekpaneel daarna weer aan en controleer:
• of de trommel leeg is;
• of de machine werkt. Dat doet u door de stroomtoevoer op de machine aan te sluiten en een programma met ver-
warming te starten.
5.5 Elektrische aansluitingen
Verwarmingsalterna-
Hoofdspanning
tief
Elektrisch ver-
220–230 V 3~
warmde machines
240 V 3~
380–415 V 3N~
440 V 3~
480 V 3~
Met gas en stoom
220–240 V 3~
verwarmde
380–415 V 3N~
machines
440 V 3~
480 V 3~
Machines met een
220–240 V 1 ~ / 1N~
warmtepomp
380–480 V 3 ~ / 3N~
* Totaal vermogen en aanbevolen zekering zijn in deze gevallen niet afhankelijk van het verwarmingsvermogen.
6 Stoomaansluiting
6.1 Aansluiten van de stoom
De stoomleiding moet worden ingekort en mag niet onder druk staan.
Installatiehandleiding
Hz
Verwarmingsvermo-
50/60
50/60
50/60
50/60
60
50/60
50/60
50/60
60
50/60
50/60
Totaal vermogen
gen
kW
kW
18,0
19,0
18,0
19,0
18,0
19,0
18,0
19,0
18,0
19,0
*
1,0
*
1,0
*
1,0
*
1,0
5,5
*
*
6,5
Aanbevolen zekering
A
50
50
32
32
25
10
10
10
10
25
10