Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

QNAP TS-110 Gebruiksaanwijzing pagina 96

Inhoudsopgave

Advertenties

Windows-computers elkaar sneller kunnen vinden en met elkaar kunnen communiceren.
Voer het IP-adres van de WINS-server op het netwerk in, indien beschikbaar.
 DNS-suffix (optioneel):De DNS-suffix wordt gebruikt voor het verhelpen van
niet-gekwalificeerde of incomplete hostnamen.
 TFTP-server en Bootbestand (optioneel):De NAS ondersteunt PXE-booting van
netwerkapparatuur. Voer het IP-adres van de TFTP-server en het bootbestand in
(inclusief de directory op de TFTP-server en het bestandsnaam). Voor het op afstand
booten van de apparatuur, moet u het openbare IP-adres van de TFTP-server invoeren.
(ii) DNS-Server
Een DNS-server (Domain Name Service) vertaalt tussen een domeinnaam (zoals google.com)
en een IP-adres (74.125.31.105). Configureer de NAS om automatisch het adres van de
DNS-server te verkrijgen of geef het IP-adres van een DNS-server op.
 Primaire DNS-server: Voer het IP-adres van de primaire DNS-server in.
 Secundaire DNS-server: Voer het IP-adres van de secundaire DNS-server in.
Opgelet:
 Neem contact op met de ISP of netwerkbeheerder voor het IP-adres van de primaire en
secundaire DNS-servers. Als de NAS als terminal fungeert en een onafhankelijke
verbinding moet onderhouden, bijvoorbeeld een BT-download, voer dan ten minste één
IP-adres van de DNS-server in voor een goede URL-verbinding. Anders functioneert de
functie niet goed.
 Als u ervoor kiest om het IP-adres via DHCP te verkrijgen, is het niet nodig om de
primaire en secundaire DNS-servers in te stellen. Voer in dat geval "0.0.0.0" in.
(iii) Standaard gateway
Selecteer de gateway-instellingen die moeten worden gebruikt als beide LAN-poorten
verbinding hebben met het netwerk (alleen dual LAN NAS-modellen).
(iv) Poorttrunking
De NAS kan poorttrunking aan waarbij twee ethernet-interfaces worden gecombineerd tot één
om de bandbreedte te vergroten, en heeft ook loadbalancing en een fouttolerantie (ook wel
bekend als een failover). Loadbalancing is een functie waarmee de werkbelasting gelijkmatig
wordt verdeeld over twee ethernet-interfaces voor een hogere redundantie. Failover is de
mogelijkheid om over te schakelen naar een stand-by netwerkinterface (ook wel de
slave-interface genoemd) als de primaire netwerkinterface (ook wel de masterinterface
genoemd) niet goed functioneert, en op die manier blijft het netwerk beschikbaar.
96

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor QNAP TS-110

Inhoudsopgave