Bij synchronisatie in twee richtingen kunt u kiezen voor:
o
Gegevens synchroniseren tussen bron en bestemming
4. Vul het IP-adres of de host-naam is. Selecteer het servertype (FTP-server of NAS-server met
ingeschakelde RTRR-service; merk op dat bij synchronisatie in twee richtingen alleen de
NAS-server beschikbaar is.)
o Externe replicatie naar de FTP-server: Geef het poortnummer op en geef aan of u de
FTP wilt gebruiken in combinatie met SSL/TLS (expliciet) voor het gecodeerd
overbrengen van data. Als de FTP-server achter een firewall zit moet u de passieve
modus inschakelen. Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in met de
toestemming om te lezen en schrijven op de server. Klik op "Next" (Volgende).
o Externe replicatie naar de NAS met RTRR-service: Voer het IP-adres van de server
met RTRR-service in. Geef de verbindingspoort op en geef aan of u wel of geen
beveiligde verbinding wilt. 8899 is het standaard poortnummer voor externe replicatie
via RTRR. Voer het wachtwoord voor de RTRR-verbinding in. Klik op "Next"
(Volgende).
o Externe replicatie naar Windows Share (CIFS/SMB): Voer het IP-adres van de
Windows-server in. Geef de doelmap, de gebruikersnaam en het wachtwoord op, en klik op
"Next" (Volgende).
5. Kies het mappaar voor het synchroniseren van data.
6. Elke sync-taak ondersteunt maximal 5 mapparen. Kies meer mapparen en klik op "Add"
(Toevoegen). Klik op "Next" (Volgende).
7. Kies tussen synchroniseren in realtime of volgens schema. Het synchroniseren in realtime
kopieert bestanden die nieuw, veranderd en hernoemt zijn vanuit de bronmap naar de
doelmap zodra de wijzigigen worden aangebracht na de allereerste back-up.
Synchroniseren volgens een schema kopieert bestanden vanuit de bronmap naar de
doelmap volgens een van te voren ingesteld schema. De opties zijn:
o Nu repliceren: Data meteen repliceren.
o Regelmatig: Voer de tijdsinterval in uren en minuten in waarop de back-upoperatie
moet worden uitgevoerd. De minimum tijdsinterval is 5 minuten.
o Per uur: Geef de minuut op wanneer een back-up per uur dient te worden uitgevoerd.
Voer bijvoorbeeld 01 in om de back-up elke eerste minuut van elk uur uit te voeren:
1:01, 2:01, 3:01...
o Dagelijks: Geef de tijd op wanneer een dagelijkse back-up moet worden uitgevoerd,
bijvoorbeeld 02:02 elke dag.
o Wekelijks: Kies een dag van de week en het tijdstip wanneer een wekelijkse back-up
moet worden uitgevoerd.
o Maandelijks: Kies een dag van de maand en het tijdstip wanneer een maandelijkse
back-up moet worden uitgevoerd.
243