De opties van het menu Opnamestanden
De opties van het menu Opnamestanden
Menu-item
Menu-item
A
A ONDERWERPPROGRAMMA
ONDERWERPPROGRAMMA
N ISO
N
ISO
O BEELDGROOTTE
O
BEELDGROOTTE
T
T BEELDKWALITEIT
BEELDKWALITEIT
P FINEPIX KLEUR
P
FINEPIX KLEUR
D WITBALANS
D
WITBALANS
H SCHERPTE
H
SCHERPTE
C
C LICHTMEETSYSTEEM
LICHTMEETSYSTEEM Om aan te geven hoe de camera de belichting meet (pag. 81).
F SCHERPSTELLING
F
SCHERPSTELLING
S
S
GEZICHTSHERKENNING
GEZICHTSHERKENNING
P
P MODUS
MODUS
J
J AE BKT EV-STAPPEN
AE BKT EV-STAPPEN
I
I FLITSLICHT
FLITSLICHT
K
K AANGEP. INSTELLEN
AANGEP. INSTELLEN
78
Beschrijving
Beschrijving
Selecteer een onderwerpprogramma voor de stand SP
(pag. 21).
Om de ISO gevoeligheid in te stellen. Kies een hogere
waarde als het onderwerp slecht belicht is.
Kies beeldformaat en beeldverhouding (pag. 76).
Kies beeldkwaliteit (pag. 79).
Om foto's te maken in standaardkleuren, verzadigde
kleuren of zwart-wit (pag. 77).
Om de kleur aan te passen aan verschillende lichtbronnen (pag. 79).
Om aan te geven of contouren al dan niet moeten wor-
den verzacht (pag. 80).
Om aan te geven hoe de camera het scherpstelveld selecteert (pag. 81).
Om aan te geven of de camera automatisch menselijke
portretonderwerpen detecteert en vervolgens de scherp-
stelling en belichting instelt (pag. 82).
Kies hoe de panorama's worden gekadreerd (pag. 24).
Om de grootte van de intervalwaarde voor de belichtingstrap
van de stand continu fotograferen O aan te geven (pag. 85).
Om de lichtsterkte van de fl itser in te stellen (pag. 85).
Om de instellingen voor de opnamestanden P, S, A en M
op te slaan (pag. 30).
De menu's gebruiken: Opnamestanden
Opties
Opties
B
/ C / D / C /D/K/ M / N /
O
/ H / P / Q / R / S / U / V / W
AUTO / AUTO (800) / AUTO (400) /
6400 Q/ 3200 Q / 1600 / 800 /
400 / 200 / 100 / 64
O 4 : 3 / O 3 : 2 / O 16 : 9 /
P 4 : 3 / P 3 : 2 / P 16 : 9 /
Q 4 : 3 / Q 3 : 2 / Q 16 : 9
FINE / NORMAL
c/a/b
AUTO/h/i/j/k/l/m/n
HARD / STD /UIT
o/p/q
r/s/t/u/x
—
C / D
±
1
EV / ±
2
EV / ±1 EV
/
/
3
3
–
2
/
EV – +
2
/
EV in stappen van
3
3
—
Standaard
Standaard
K
AUTO
O 4 : 3
NORMAL
c
AUTO
STD
o
r
—
C
±
1
EV
/
3
1
/
EV
0
3
—