9 Inbedrijfstelling
4 Stel de gewenste pompsnelheid in: ga naar [A.7.3.2]
Installateurinstellingen > Inbedrijfstelling > Snelheid.
5 Selecteer de gewenste pompsnelheid en druk op
Gevolg: Laag
Gevolg: Hoog
6 Indien van toepassing, selecteer de gewenste stand van de 3-
wegklep. Indien niet van toepassing, ga naar [A.7.3.4].
7 Stel de gewenste stand in van de 3-wegklep: ga naar [A.7.3.3]
> Installateurinstellingen > Inbedrijfstelling > Ontluchting >
Circuit.
8 Selecteer het gewenste circuit en druk op
Gevolg: SHC
Gevolg: Tank
9 Ga naar [A.7.3.4]
> Installateurinstellingen > Inbedrijfstelling
> Ontluchting > Ontluchting starten en druk op
ontluchtingsfunctie te starten.
Gevolg: De ontluchting is gestart en het volgende scherm zal
verschijnen.
Ontluchting
Stop
9.3.2
Automatisch ontluchten
1 Stel het gebruikertoegangsniveau in op Installateur. Zie "Het
gebruikertoegangsniveau
pagina 44.
2 Stel de ontluchtingsstand in: ga naar [A.7.3.1]
Installateurinstellingen > Inbedrijfstelling > Ontluchting > Type.
3 Selecteer Automat en druk op
4 Ga naar [A.7.3.4]
> Installateurinstellingen > Inbedrijfstelling
> Ontluchting > Ontluchting starten en druk op
ontluchtingsfunctie te starten.
Gevolg: De ontluchting gaat starten en het volgende scherm zal
verschijnen.
Ontluchting
Stop
9.3.3
Het ontluchten onderbreken
1 Ga naar [A.7.3].
2 Druk op
en druk op
bevestigen.
9.4
Proefdraaien
1 Ga naar [A.7.1]:
> Installateurinstellingen > Inbedrijfstelling >
Testbedrijf.
2 Selecteer een test en druk op
Voorbeeld: Verwarming.
3 Selecteer OK en druk op
Gevolg: Het proefdraaien start. Het proefdraaien stopt automatisch
wanneer voltooid (±30 min.). Om het handmatig te stoppen, druk op
, selecteer OK en druk op
Uitgebreide handleiding voor de installateur
72
.
.
om de
Di 15:10
instellen
op
Installateur"
.
om de
Di 15:10
om de ontluchtingsfunctie te
.
.
.
>
INFORMATIE
Indien
er
twee
proefdraaien vanaf beide gebruikersinterfaces.
▪ Op de gebruikersinterface die u gebruikte om proef te
draaien, verschijnt een statusscherm.
▪ Op de andere gebruikersinterface verschijnt een scherm
in gebruik. Zolang een scherm in gebruik verschijnt,
kunt u het proefdraaien niet stoppen.
Indien de installatie van de unit correct werd uitgevoerd, zal de unit
tijdens
het
proefdraaien
bedrijfsmodus. Tijdens het proefdraaien kan de correcte werking van
de unit gecontroleerd worden door de aanvoerwatertemperatuur
(verwarm-/koelstand) en de tanktemperatuur (stand warm tapwater)
op te volgen.
Om de temperatuur op te volgen, ga naar [A.6] en selecteer de
informatie die u wilt controleren.
9.5
Stelmotoren proefdraaien
Het proefdraaien van de stelmotoren dient om de werking van de
verschillende stelmotoren te controleren (wanneer u bijv. selecteert
dat de pomp moet werken, zal het proefdraaien van de pomp
starten).
1 Controleer of de regeling van de kamertemperatuur, de regeling
van de aanvoerwatertemperatuur en de regeling van het warm
tapwater via de gebruikersinterface uitgeschakeld werden.
2 Ga naar [A.7.4]:
Testbedrijf stelmotoren.
3 Selecteer een stelmotor en druk op
Voorbeeld: Pomptest.
op
4 Selecteer OK en druk op
Gevolg: Het proefdraaien van de stelmotor start. Het stopt
>
automatisch wanneer voltooid. Om het handmatig te stoppen, druk
op
, selecteer OK en druk op
9.5.1
Mogelijke vormen van proefdraaien voor
de stelmotoren
▪ De boosterverwarming proefdraaien
▪ De back-upverwarming (stap 1) proefdraaien
▪ De back-upverwarming (stap 2) proefdraaien
▪ De pomp proefdraaien
▪ De pomp van het zonnesysteem testen
▪ De 2-wegklep proefdraaien
▪ De 3-wegklep proefdraaien
▪ De bodemplaatverwarming proefdraaien
▪ Het bivalent signaal testen
▪ De alarm-output testen
▪ Het signaal voor koeling/verwarming testen
▪ Het snel opwarmen testen
▪ De circulatiepomp proefdraaien
9.6
De dekvloer van de vloerverwarming
drogen
Deze functie zal gebruikt worden om de dekvloer van een
vloerverwarming tijdens de bouw van een huis zeer traag te drogen.
Met deze functie kan de installateur dit programma programmeren
en uitvoeren.
Deze functie kan uitgevoerd worden zonder de buiteninstallatie eerst
te moeten afwerken. In dat geval zal de back-upverwarming de
dekvloer
drogen
en
warmtepomp werkt.
ERLQ004~008CAV3 + EHVH/X04+08S18CA + EHVH/X08S26CA
gebruikersinterfaces
zijn,
opstarten
in
de
geselecteerde
> Installateurinstellingen > Inbedrijfstelling >
.
.
.
aanvoerwater
leveren
zonder
Daikin Altherma - Lage Temperatuur Split
4P313775-1C – 2012.11
kunt
u
dat
de