Gebruik werkingsmodus AUTO
I De werkingsmodus AUTO selecteert automatisch de werkingsmodus (HEAT, COOL of DRY), afhankelijk van de kamertemperatuur op het mo-
ment dat deze wordt ingeschakeld.
De richting van de luchtstroom
bijstellen
Pagina 110
Temperatuur aanpassen in de werkingsmodus AUTO
Zelfs tijdens de werkingsmodus AUTO kan de luchttemperatuur worden aangepast. Met de knoppen
WARM
Druk op de knop
Wanneer een aanpassing van de temperatuur is gewenst.
1
Druk op de knop
I Elke keer dat u op de knop
Zodra +6 wordt weergegeven, zal de indicator niet veranderen, zelfs wanneer u op de knop
I Elke keer dat u op de knop
Zodra -6 wordt weergegeven, zal de indicator niet veranderen, zelfs wanneer u op de knop
1
2
OPMERKING
• Er komt geen lucht uit het apparaat
wanneer ingeschakeld.
Pagina 117
.
of
.
drukt, wordt er in de volgende volgorde omgeschakeld –6 → –5 → ............ –1 → ±0 → +1 ............ +6.
drukt, wordt er in de volgende volgorde omgeschakeld +6 → +5 → ............ +1 → ±0 → –1 ............ –6.
Richt de afstandsbediening naar de airconditioner.
Druk op de knop ON/OFF.
Wanneer het apparaat niet in de werkmodus AUTO is:
Druk op de knop MODE.
Verplaats het [
merkteken] naar de positie
Om te stoppen:
De werkingsmodus
AUTO kan worden
ingeschakeld door te
drukken op de knop
ON/OFF.
• Indien u geen gebruikt wilt maken van de werkingsmodus
AUTO, schakelt u over naar HEAT, DRY of COOL in
plaats van AUTO.
drukt.
drukt.
– 108 –
(Auto).
Druk op de knop ON/OFF.
Pagina 109
en
zijn 6 aanpassingsniveaus mogelijk.
COOL
Druk op de knop
.