3. Druk beide startknoppen tegelijkertijd in totdat de verwarmingssteun naar de laadstand beweegt.
Opmerking: Als de knop "Auto Trigger" (Automatisch activeren) op de onderhoudspagina is
ingeschakeld, hoeft de operator niet op beide startknoppen te drukken om de vooruitbeweging
van de verwarmingssteun te activeren. De verwarmingssteun wordt dan automatisch naar voren
bewogen bij detectie. We raden echter dit gebruik af, omdat de verwarmingssteun kan bewegen
zonder dat er handen aan de knop zitten. De operator heeft zijn handen dan vrij om ze bijvoorbeeld
in de verwarmingskamer te steken. Dit kan leiden tot een ongeval.
4. Controleer in de hoofdinterface of de procescyclusindicator groen brandt. De timer begint af te tellen.
5. Wanneer de timer nul bereikt, gaat de verwarming terug naar de uitgangsstand (bij een machine met
luchtkoeling begint automatisch een koelcyclus om het product af te koelen als de koelfunctie actief
was), waarna de verwerkte las wordt uitgeworpen. De cyclus is voltooid, de DETECTIEPLAAT gaat
omlaag en het apparaat is klaar voor de volgende cyclus.
Opmerking: WEES VOORZICHTIG BIJ HET HANTEREN VAN DE UITGEWORPEN KABELLAS
OMDAT DEZE HEET IS.
6. Als u geen andere procesknop selecteert, gaat de volgende cyclus verder met het laatst
geselecteerde proces.
4.2.9 Noodstop
Opmerking:
Dit is een noodprocedure die wordt gebruikt in het onwaarschijnlijke geval dat de verwarmingskamer
na de ingestelde tijdsequentie gesloten blijft.
GEVAAR DOOR BESCHADIGD PRODUCT
Door de aard van al het verwarmingsgereedschap kan elk product dat vast
komt te zitten of per ongeluk in de oven achterblijft, beschadigd raken of zelfs
VERBRANDEN. Dit kan tot rook leiden en daarom moet de verwerker in een
goed geventileerde ruimte worden gebruikt.
Als er brand ontstaat in de verwarming, moet de operator de noodstopknop van de
verwerker activeren en vervolgens de brand blussen met behulp van een met CO
gevulde brandblusser, of de brand moet op een natuurlijke wijze worden geblust.
In beide gevallen moet erop worden gelet dat er geen dampen worden ingeademd
die door de brandende draden of de lasbuis ontstaan. Als de verwarmingskamer bij
activering van de NOODSTOP naar voren staat, zal deze onmiddellijk naar achteren
bewegen en de las die wordt verwerkt, uitwerpen. Wees voorzichtig bij het hanteren
van de las, omdat de lasklomp en de omgeving heet kunnen zijn. De las/draden
moeten vervolgens veilig worden weggegooid in een afvalbak die geen brandbaar
materiaal bevat.
In het onwaarschijnlijke geval dat de verwarmingskamer tijdens een noodstop
niet inschuift, volgt u "Ontgrendeling van de verwarmingskamer in noodsituaties"
in paragraaf 4.2.11.
RBK-X1 / RBK-X1C
41
Rev. D
May 2023
2