4.2.8 Automatisch centreren
Afwijkingsknop
Ga als volgt te werk om de functie Automatisch centreren te activeren:
1. Meld u aan bij de HMI en schakel de centreerknop op de onderhoudspagina in om de functie voor
het automatisch centreren te activeren (zie paragraaf 3.5, item 10).
2. Keer terug naar de hoofdinterface en druk op beide startknoppen om de DETECTIEPLAAT
omlaag te brengen.
3. Trek en draai de LASLENGTEKNOP naar rechts om een geschikte afstand te vinden tussen 2
detectieplaten, afhankelijk van de breedte van de las. De verwerker is nu klaar is om te centreren.
4. Indien nodig kunt u de AFWIJKINGSKNOP naar links trekken en draaien om de lasafwijking aan
te passen.
Opmerking: Vanwege het huidige vermogen van het centreerapparaat kan de lasafwijking NIET
lager zijn dan 10 mm.
Gebruiksprocedure:
1. Duw de buis om de las bloot te leggen (Fig. 4-3) en plaats vervolgens de kabel met lascontact
en beide DETECTIEPLATEN.
Opmerking: Vanwege het huidige vermogen van het centreerapparaat kan de buis NIET
langer dan 60 mm zijn.
2. Wanneer de detectie is gelukt, zwenkt de DETECTIEPLAAT omhoog, waarna de
CENTREERPLAAT de buis naar het midden en tegelijkertijd naar beide zijden terugduwt.
Opmerking: Als de CENTREERPLAAT tijdens het bewegen naar het midden vast komt te zitten,
verwijdert u de kabel met de hand en drukt u op beide startknoppen om een nieuwe cyclus
te starten.
RBK-X1 / RBK-X1C
De actie van de processtartknoppen wordt geblokkeerd totdat
de verwarmings-led groen brandt.
Detectieplaat
Fig. 4-3: Automatisch centreren (alleen RBK-X1C)
Laslengteknop
40
Rev. D
May 2023