Zoek naar de Bladveerschakelaar (85) en de
Magneet (86) aan de rechterkant van de Katrol
(31). Draai de Katrol tot de Magneet met de
Bladveerschakelaar op een lijn liggen. Zorg er-
voor dat de opening tussen de Magneet en de
Bladveerschakelaar ongeveer 3 mm is. Draai,
indien nodig, de #8 x 3/4" Trosvormige Schroef
(14) los, verplaats de Bladveerschakelaar wat en
maak de Schroef weer vast. Schuif de Motorkap
(niet afgebeeld) voorzichtig terug door de geleiders
uit te lijnen. Maak de Motorkap weer vast met de
vijf #8 x 3/4" Schroeven (niet afgebeeld). Steek
dan de stroomkabel in, steek de sleutel in en laat
de loopband een paar minuten draaien voor een
correcte snelheidsmeting.
Voorkant
aanzicht
3 mm
86
31
SYMPTOOM: De helling van de loopband verandert
niet correct
a. Houd de Stoptoets en de Speed (snelheid) toe-
nametoets ingedrukt, steek de sleutel in het be-
dieningspaneel en laat dan de Stoptoets en de
Speed toenametoets weer los. Druk vervolgens
op de Stoptoets en druk dan op de toename- of
afnametoets Incline (helling). De loopband zal
automatisch naar het maximale hellingniveau stij-
gen en dan naar het minimumniveau terugkeren.
Hierdoor wordt het hellingsysteem geijkt. Druk
weer op de Stoptoets en daarna opnieuw op de
Hellingtoename- of -afnametoets als het hellingsys-
teem niet met ijken begint. Verwijder de sleutel uit
het bedieningspaneel als de helling geijkt is.
SYMPTOOM: De band vertraagt wanneer er op ge-
lopen wordt
a. Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan
alleen een 3-dradige geleider: snoer maat 14 (1
mm
) van 1,5 m of korter.
2
b. Als de band te strak staat, kan de band langza-
mer gaan draaien en zelfs beschadigd worden.
Verwijder de sleutel en TREK DE STEKKER UIT
HET STOPCONTACT. Draai beide schroeven
van de spanrol met de inbussleutel een kwartslag
tegen de klok in. Wanneer de band goed vastligt
moet u elke rand van de band 5 tot 7 cm van het
loopvlak kunnen optillen. Wees voorzichtig dat
de band in het midden blijft liggen. Steek dan de
stroomkabel in, steek de sleutel in en laat de loop-
band een paar minuten draaien. Herhaal deze pro-
cedure tot de band juist vastligt.
b
85
14
c. Uw loopband is voorzien van een band die met
een hoogwaardig smeermiddel behandeld is.
BELANGRIJK: Behandel de band of het loop-
vlak nooit met siliconenspray of enig andere
substantie tenzij dit door een erkende onder-
houdsmonteur wordt aangeven. Dergelijke sub-
stanties kunnen de kwaliteit van de band ver-
slechteren en tot overmatige slijtage leiden. Als
u vermoedt dat de loopband aanvullende smering
nodig heeft, raadpleeg dan de omslag van deze
handleiding.
d. Als de loopband nog steeds vertraagt als erop
wordt gelopen, raadpleeg dan de omslag van deze
handleiding.
23
5–7 cm
Schroeven van de Spanrol