7. Zet desgewenst de ventilator aan.
De ventilator heeft twee snel-
heidsinstellingen. Druk herhaal-
delijk op de ventilatortoets om
High (hoog) of Low (laag) te
kiezen of om de ventilator uit te
zetten.
8. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel
wanneer u klaar bent met oefenen.
Ga op de voetrails staan, druk op de Stoptoets en
stel de helling van de loopband in op nul. De
helling moet op nul staan als u de loopband
in de opbergstand inklapt, anders kunt u de
loopband beschadigen. Verwijder vervolgens de
sleutel uit het bedieningspaneel en berg deze veilig
op.
Druk de stroomschakelaar in de off-stand (uit) en
trek het snoer uit wanneer u met de loopband klaar
bent. BELANGRIJK: Als u dit niet doet, kunnen
de elektrische onderdelen van de loopband
voortijdig slijten.
HOE EEN VOORAF INGESTELDE WORKOUT TE
GEBRUIKEN
1. Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
bladzijde 17.
2. Kies een vooraf ingestelde workout.
Om een vooraf ingestelde workout te kiezen, druk
dan herhaaldelijk op de toets 16 Workouts totdat
de gewenste workout in de display verschijnt.
De maximum snelheids-
en hellinginstelling
van de workout zullen,
wanneer u een workout
kiest, een paar secon-
den lang in de displays
opflikkeren; de display zal dan de duur van de
workout aangeven. Een profiel van de snelheids-
instellingen van de workout zullen over de matrix
scrollen.
3. Start de loopband.
Druk op de Starttoets of op de Speed (snelheid)
toenametoets om de workout te starten. Even
nadat u op de toets heeft gedrukt, zal de loopband
zich automatisch aanpassen aan de eerste snel-
heids- en hellinginstelling voor de workout. Houd
de handleuningen vast en begin te lopen.
ETPE59814
Elke workout is in 30 segmenten van 1-minuut ver-
(PETL59814)
deeld. Er is één snelheids- en één hellinginstelling
voor elk segment geprogrammeerd. Aandacht:
Dezelfde snelheids- en hellinginstelling kunnen
voor opeenvolgende segmenten geprogrammeerd
worden.
Tijdens de workout zal
het profiel uw vorde-
ringen aangeven. Het
opflikkerende segment
van het profiel stelt
het huidige segment
van de workout voor.
De hoogte van het
opflikkerende segment geeft de snelheidsinstelling
voor het huidige segment aan. Aan het einde van
elk segment, zal een serie tonen te horen zijn en
zal het volgende segment van het profiel beginnen
op te flikkeren. Als er een andere snelheids- en/
of hellinginstelling voor het volgende segment
geprogrammeerd is, dan zal de snelheids- en/of
hellinginstelling in de display opflikkeren om u te
waarschuwen. De loopband zal zich dan automa-
tisch aan de snelheids- of hellinginstelling van het
volgende segment aanpassen.
De workout zal zo doorgaan totdat het laatste seg-
ment van het profiel in de display opflikkert en het
laatste segment eindigt. De band zal dan langzaam
tot stilstand komen.
Indien de snelheids- of hellinginstelling van het
huidige segment te hoog of te laag is, dan kunt
u de instelling handmatig overschrijven door op
de toetsen Speed (snelheid) of Incline (helling) te
drukken. Echter, wanneer het huidige segment
van de workout eindigt, zal de loopband zich
automatisch aanpassen aan de snelheids- en
hellinginstelling voor het volgende segment.
19
Huidig Segment