4
Stel scherp.
Druk de ontspanknop half in om scherp
te stellen. Als het onderwerp slecht
belicht wordt, gaat mogelijk de AF-
hulpverlichting (0 2) branden om te
helpen bij de scherpstelbewerking.
Als de camera kan scherpstellen, wordt het
geselecteerde scherpstelveld groen
gemarkeerd en klinkt een signaal (er
klinkt mogelijk geen signaal als het
onderwerp beweegt).
Als de camera niet kan scherpstellen, wordt
het scherpstelveld rood weergegeven.
Terwijl de ontspanknop half wordt
ingedrukt, toont de weergave het
aantal opnamen dat in het buffergeheugen kan worden
opgeslagen ("r"; 0 13).
5
De foto maken.
Druk voorzichtig de ontspanknop
helemaal in om de sluiter te ontspannen
en de foto te maken. Het
toegangslampje zal branden en de foto
zal enkele seconden lang worden
weergegeven in de monitor (de foto
verdwijnt automatisch uit het scherm en
de camera is klaar voor gebruik wanneer
de ontspanknop half wordt ingedrukt).
U mag de geheugenkaart niet uitnemen
en de voedingsbron niet verwijderen of
loskoppelen voordat het toegangslampje
uit is en de opname klaar is.
Scherpstelveld
Buffercapaciteit
Toegangslampje
z
9