7.8
Inbedrijfstellingsprotocol voor de ketel
Klant/gebruiker van de installatie:
Naam, voornaam
Telefoon/fax
Installatiebouwer:
Opdrachtnummer:
Keteltype:
Serienummer:
Datum van de inbedrijfstelling:
Afzonderlijke ketel | Cascade, aantal ketels: ......
Kelder | Zolder | Overige:
Opstellingsruimte:
Ventilatieopeningen: aantal: ......, grootte: circa
Parallelsysteem | LAS | Schacht | Gescheiden rookgasafvoer
Rookgasafvoer:
Kunststof | Aluminium | Roestvast staal
Totale lengte: circa ...... m | Bocht 87°: ...... Stuks | Bocht 15 - 45 °: ...... Stuks
Controle van de dichtheid van de rookgasafvoerbuis bij tegenstroom: ja nee
CO
O
Opmerkingen omtrent onder- of overdrukbedrijf:
Gasinstelling en rookgasmeting:
Ingestelde gassoort:
Gasaansluitdruk
Ingestelde maximaal nominaal warmtevermogen:
Gasdebiet bij maximaal nominaal warmtevermogen:
Calorische waarde H
:
iB
CO
bij maximaal nominaal warmtevermogen:
2
O
bij maximaal nominaal warmtevermogen:
2
CO bij maximaal nominaal warmtevermogen:
Rookgastemperatuur bij maximaal nominaal
warmtevermogen:
Gemeten maximale aanvoertemperatuur:
Installatiehydraulica:
Evenwichtsfles, type:
CV-pomp:
Boiler/type/aantal/radiatorvermogen:
Installatiehydraulica gecontroleerd, opmerking:
Tabel 11
GC9000iW – 6720821446 (2018/04)
-gehalte in de verbrandingslucht bij maximaal nominaal warmtevermogen:
2
-gehalte in de verbrandingslucht bij maximaal nominaal warmtevermogen:
2
Straat, nr.
Postcode, plaats
(voor iedere ketel een eigen protocol invullen!)
mbar
Statische gasdruk:
kW
Ingestelde minimaal nominaal warmtevermogen:
l/min
Gasdebiet bij minimaal nominaal warmtevermogen:
kWh/ m³
Calorische waarde H
%
CO
bij minimaal nominaal warmtevermogen:
2
%
O
bij minimaal nominaal warmtevermogen:
2
mg/kWh
CO bij minimaal nominaal warmtevermogen:
°C
Rookgastemperatuur bij minimaal nominaal
warmtevermogen:
°C
Gemeten minimale aanvoertemperatuur:
Extra expansievat
Grootte/voordruk:
Automatische ontluchter aanwezig?
ja | nee
:
iB
Inbedrijfstelling
cm²
%
%
mbar
kW
l/min
kWh/ m³
%
%
mg/kWh
°C
°C
21