1.
Afb. 25 Afdekking van de aansluitklemmen
▶ Respecteer bij het aansluiten van de toebehoren ook het aansluit-
schema ( hoofdstuk 2.11, pagina 8) en de installatiehandleiding
van het product.
WAARSCHUWING: Elektrocutiegevaar.
De posities 1 – 5 zijn 230 V-aansluitingen.
▶ Houd er rekening mee dat wanneer de stekker in de
wandcontactdoos zit, de aansluitklemmen 1 – 5
onder spanning (230V) staan.
1
2
3
4
5
Afb. 26 Klemmenstroken
>
[1]
Netaansluiting 230 V (wit)
:
[2]
PW1, Boilerlaadpomp 230 V of externe 3-wegklep
230 V (grijs)
<
[3 ]
PCO, Externe cv-pomp 230 V (groen). De externe cv-
pomp 230 V/ maximaal 250 W op de klemmenstrook
aangesloten.
;
[4]
PW2, circulatiepomp 230 V lila of schakelbare externe
cv-pomp (lila)
=
[5]
Netaansluiting module 230 VAC voor externe module
(via Aan/Uit-schakelaar geschakeld) (oranje)
?
[6]
BUS, kamertemperatuurgestuurde regelaar en EMS-BUS
(wit)
[7]
vrij
GC9000iW – 6720821446 (2018/04)
2.
3.
6720818116-2.2DDC
1
13
2
3
12
4
14
5
11
6
7
10
8
9
9
10
11
8
12
13
7
14
15
6
16
15
6720813046-36.2TD
9
[8]
TO, Temperatuursensor evenwichtsfles (groen)
8
[9]
TW1, warmwatertemperatuursensor (grijs)
7
[10]
T1, buitentemperatuursensor (blauw)
6
[11]
I3, extern schakelcontact potentiaalvrij voor bijvoor-
beeld vloerverwarming (rood, brug uitnemen).
?
[12]
BUS, kamertemperatuurgestuurde regelaar en EMS-BUS
(oranje)
[13] 4 I1, aan/uit/kamerthermostaat potentiaalvrij of potenti-
aalvrije warmtevraag via schakelcontact (blauw)
[14] Brug
[15] vrij
6.2.1
Aan/uitkamerthermostaat (potentiaalvrij) aansluiten
Respecteer de nationale bepalingen.
▶ Aan/Uit-kamerthermostaat op aansluitklem 4 I1 ( afb. 26,
[13]) aansluiten (toebehoren).
6.2.2
Regelaar (extern) aansluiten
Het is niet mogelijk, tegelijkertijd op de klemaansluiting
?
en op de klemaansluiting "potentiaalvrije warmte-
vraag" (4) een temperatuurregelaar aan te sluiten.
?
▶ Regelaar op aansluitklem
voor een 2-aderige kabel van 0,4 ... 0,75 mm² gebruiken.
▶ Indien er geen communicatie met het externe regelaar of externe mo-
dules aanwezig is, de polariteit van de EMS-BUS-kabel controleren.
6.2.3
Aansluiten functiemodule
De volgende modulerende regelaars kunnen worden aangesloten:
• Systeemregelaar CR 400, CW400, CW800
• Regelaar CR 100, CW 100
• Afstandsbediening CR 10
• Mengklepmodule MM 100, MM200
• Solarmodule MS 100, MS 200
• Internet-Gateway MB LAN 2
• Cascademodule MC 400
• Externe apparaatmodule IGM.
Neem voor informatie over andere te gebruiken rege-
laars en modules contact op met de fabrikant. Voor
adresgegevens zie de achterzijde van dit document.
▶ Respecteer de handleiding van het betreffende product.
▶ Respecteer voor de montage en de combineerbaarheid van de func-
tiemodules de bijbehorende handleidingen van de functiemodules.
Bij de inbouw van de functiemodule in de ketel kan de af-
dekking van de modulebox pas weer worden ingebouwd,
wanneer in de tussenstijl een doorbraak is gemaakt.
6.2.4
Aansluiten meerdere functiemodules
▶ EMS-busaansluiting van de eerste module voor de tweede module
gebruiken. Gebruik hiervoor de met de module meegeleverde kabel.
▶ De 230 VAC netkabelaansluiting van de eerste module voor de twee-
de module gebruiken. Gebruik hiervoor de met de module meegele-
verde kabel.
De EMS-busaansluiting kan met "RC", BUS of "EMS" zijn
gemarkeerd.
Elektrische aansluiting
BUS ( afb. 26, [6]) aansluiten. Hier-
17