Gezichtsherkenning
Herkent de gezichten van uw onderwerpen en past de instellingen voor de scherpstelling,
flitser, belichting en witbalans automatisch aan. U kunt een gezicht selecteren waar u bij
voorkeur op wilt scherpstellen.
1 MENU t [Camera] t [Gezichtsherkenning] t stand van uw keuze.
(Aan (ger.
gezicht.))
(Aan)
(Uit)
Opmerkingen
• U kunt [Gezichtsherkenning] niet gebruiken in combinatie met de volgende functies:
– [Panorama d. beweg.]
– [3D-panor. d. beweg.]
– [H. scherpst.]
– [Dig.Pr.zm.]
• U kunt [Gezichtsherkenning] alleen selecteren wanneer [AF-gebied] is ingesteld op [Multi] en
[Lichtmeetfunctie] ook is ingesteld op [Multi].
• Er kunnen maximaal 8 gezichten van uw onderwerpen worden herkend.
• Tijdens het maken van opnamen met [Lach-sluiter] wordt [Gezichtsherkenning] automatisch ingesteld op
[Aan (ger. gezicht.)], ook als [Uit] is ingesteld.
Gezichtsherkenning-kader (wit)
Wanneer de camera meer dan 1 onderwerp detecteert, beoordeelt de
camera wat het belangrijkste onderwerp is en stelt daar bij voorkeur op
scherp. Het Gezichtsherkenning-kader voor het hoofdonderwerp wordt
wit. Het kader waarop wordt scherpgesteld wordt groen als u de
ontspanknop half indrukt.
Gezichtsherkenning-kader (grijs/magenta)
Dit kader verschijnt op een waargenomen gezicht dat niet het gezicht is
dat prioriteit heeft voor scherpstelling. Het magenta kader verschijnt op
een gezicht dat is geregistreerd met [Gezichtsregistratie].
Stelt scherp op gezichten die zijn geregistreerd voor prioriteit.
Selecteert het gezicht waarop de camera automatisch moet
scherpstellen.
Maakt geen gebruik van de functie Gezichtsherkenning.
NL
83