Scherpstelinst.
U kunt de items voor scherpstellen gezamenlijk instellen.
1 Druk op de navigatietoets om [Scherpstelinst.] te selecteren.
2 Stel elk item in met de instelwielen L/R en de draaiknop.
Aut. scherpst./D. handm. sch.
Instelwiel L
(Multi)
(Midden)
(Flexibel
punt)
Stel [AF-gebied] in.
Verplaats in [Flexibel punt] het gebied naar
rechts of links.
In [Flexibel punt] draait u het om het gebied
omhoog of omlaag te verplaatsen en drukt u
op bovenzijde/onderzijde/rechts/links om het
gebied fijn in te stellen.
De camera bepaalt welk van de 25
AF-gebieden wordt gebruikt voor het
scherpstellen.
Wanneer u de ontspanknop half indrukt in
de stand voor het maken van stilstaande
beelden, wordt een groen kader getoond
rond het gebied dat scherp is.
• Wanneer de functie Gezichtsherkenning
actief is, werkt AF met gezichten als
prioriteit.
De camera gebruikt uitsluitend het
AF-gebied in het midden.
U kunt het scherpstelgebied verplaatsen
naar een klein onderwerp of klein gebied.
U kunt het scherpstelgebied naar het
midden terugbrengen door op soft-key B
te drukken.
Kader AF-bereikzoeker
Kader AF-bereikzoeker
Kader AF-bereikzoeker
Vervolg r
NL
35