3.
Verwijder de inktcartridge die wordt weergegeven in het foutbericht.
4.
Reinig de contacten van de cartridge en de printer.
a.
Houd de inktcartridge aan de zijkant vast met de onderkant naar boven, en zoek de elektrische
contactpunten op de inktcartridge.
De elektrische contacten zijn kleine goudkleurige stipjes op de inktcartridge.
b.
Veeg alleen de contactpunten met een droog wattenstaafje of een pluisvrij doekje schoon.
VOORZICHTIG:
verontreiniging elders op de inktcartridge veegt.
c.
Lokaliseer de contacten van de cartridge aan de binnenkant van de printer.
De printercontacten zijn een reeks goudkleurige stippen die contact maken met de contacten op de
inktcartridge.
d.
Gebruik een droog wattenstaafje of een pluisvrije doek om de contactpunten mee schoon te
wrijven.
5.
Installeer de inktcartridge opnieuw.
6.
Sluit de toegangsklep voor de cartridges.
7.
Controleer of het foutbericht verdwenen is. Als u nog steeds een foutmelding krijgt, schakelt u de printer
uit en vervolgens opnieuw in.
OPMERKING:
modus enkele inktcartridge om te printer te bedienen met slechts een inktcartridge.
NLWW
Zorg ervoor dat u enkel de contacten aanraakt, en geen inkt of andere
Indien een inktcartridge een probleem geeft, kunt u deze verwijderen en overschakelen op de
Problemen met Inktcartridge
45