NL
•
Een speciale bescherming van de cilinderafsluiters met geschikt verpakkingsmateriaal is vereist, bijv. in
beschermende kisten of frames, omdat ademluchtcilinders voor ademluchttoestellen vanwege hun ontwerp en
beoogde gebruik geen beschermkappen of kragen hebben
(zie hoofdstuk 4.1.6.8 ADR).
CLP-label
Afbeelding 4 CLP-label
3.2
Opslag
WAARSCHUWING!
Door zeer hoge of lage temperaturen kunnen cilinders barsten!
Ontoelaatbare temperaturen kunnen leiden tot het barsten van de cilinder met ongelukken met ernstig letsel of
overlijden als gevolg. Temperaturen onder de toegestane bedrijfstemperatuur kunnen de mechanische
eigenschappen en de sterkte van de cilinder veranderen.
•
Stel de cilinder niet bloot aan open vuur.
•
Stel de cilinder niet bloot aan hoge of extreem lage temperaturen.
•
Houd u aan het toegestane bedrijfstemperatuurbereik van de cilinder zonder afsluiter
(TS: zie element 14 in
paragraaf 9.1
•
Houd u aan het toegestane bedrijfstemperatuurbereik van de cilinder- en afsluiterassemblage
(TS: zie element 9 in
paragraaf 9.1
Het niet opvolgen van deze waarschuwingen kan ernstig persoonlijk letsel of de dood tot gevolg hebben.
Opslaginstructies
•
Houd de cilinder onder controle. Bescherm de cilinder tegen omlaag vallen als deze in depot is. Als de cilinder is
opgeslagen in een horizontale of verticale positie, moet u de cilinder tegen rollen, bewegen of vallen beveiligen.
Laat de cilinder nooit ergens los liggen.
•
Bescherm de cilinder- en afsluiterassemblage tegen mechanische belasting en vervuiling.
•
Bewaar de cilinder in een schone en droge standaardatmosfeer vrij van vervuilende stoffen en beschermd tegen
direct zonlicht en opwarming. De opslagruimte moet koel, droog, stofvrij en adequaat geventileerd zijn. Een
opslagtemperatuur tussen +15 °C en +25 °C en een relatieve vochtigheid van minder dan 65% zijn ideaal (zie
ook ISO 2230/DIN 7716 "Rubberen producten - richtlijnen voor opslag").
Cilinderlabel).
Cilinderlabel).
3 Transport en opslag
12