3. Draai de keuzeknop MANUAL om de [Belichting] bij te stellen.
De instellingswaarde van de IRIS (diafragma)/lichtgevoeligheid (ISO)/sluitertijd
verandert met het aantal keren dat u aan de keuzeknop draait.
[29] Hoe te gebruiken
De lichtintensiteit aanpassen (ND-filter)
Met het ND-filter kunt u beelden duidelijk opnemen onder omstandigheden waarin sprake is van
teveel licht.
1. Stel de ND FILTER-schakelaar in op MANUAL, en selecteer vervolgens de juiste ND
FILTER positie.
OFF:
Annuleert de ND-filterfunctie.
1:
Vermindert de lichtintensiteit tot 1/4.
2:
Vermindert de lichtintensiteit tot 1/16.
3:
Vermindert de lichtintensiteit tot 1/64.
Bij het automatisch aanpassen van de IRIS (diafragma)
Wanneer de indicator van het ND-filter knippert, wijzigt u de instelling van de ND FILTER-
schakelaar overeenkomstig. De indicator van het ND-filter licht nu constant op.
Hint
Wanneer u de IRIS (diafragma) te nauw instelt om een fel verlicht object te kunnen
opnemen, kan het diffractie-verschijnsel ervoor zorgen dat u het object niet scherp kunt
stellen. (Diffractie is een normaal verschijnsel bij iedere videocamera.) Door het ND-filter te
gebruiken kunt u dit verschijnsel onderdrukken en zo een beter opnameresultaat verkrijgen.
Opmerking
Wanneer u de instelling van het ND-filter wijzigt tijdens het opnemen, kunnen zowel film als
geluid vervormd worden.
Wanneer u de IRIS (diafragma) handmatig bijstelt, zal het ND-filterpictogram niet knipperen,
Opnemen
De opnamehelderheid handmatig wijzigen