Reiniging en onderhoud
5.16
30
Veiligheidsschakelaars
De veiligheidsschakelaars bevinden zich in de rijrichting links onder de
achterste hoofdbekleding en beschermen de elektromotoren tegen o-
verbelasting.
Indien een veiligheidsschakelaar geactiveerd wordt, heeft de overeen-
komstige elektromotor geen functie meer:
Schakel de keer- en zuigmachine uit. (zie bladzijde 10).
Wacht enkele minuten.
Kantel het achterste deel van de kap in de rijrichting links naar bo-
ven.
Beveilig het achterste deel van de kap met de kapvergrendeling.
Duw de stift van de geactiveerde beveiliging erin.
Sluit het achterste deel van de kap.
Start de keer- en zuigmachine.
Controleer de functionaliteit van de overeenkomstige elektromotor.
Indien de veiligheidsschakelaar opnieuw in werking treedt, schakelt u de
keer- en zuigmachine uit en lost u de storing op die leidde tot de active-
ring van de veiligheidsschakelaar. (zie tabel Storingen)
Herstel geen beveiligingen.
Vervang geen zekering door een sterkere.
Overbrug geen zekeringen.
Dat leidt tot schade aan de elektrische installatie.
Er kan een kortsluiting en eventueel ook brand ontstaan.!
1 Veiligheidsschakelaar
Rijdwerk
3 Veiligheidsschakelaar
Borstelaandrijving
TTE 1000
2 Veiligheidsschakelaar
Borstelaandrijving
02/02/2010