Sluit de batterij nooit kort. Per ongeluk kortsluiten kan optreden als een metalen object,
zoals een muntje, paperclip of pen, een directe verbinding maakt tussen de positieve (+)
en negatieve (-) contactpunten van de batterij. (Dit zijn de metalen stroken op de
batterij.) Dit kan gebeuren als u bijvoorbeeld een reservebatterij in een tas of koffer
draagt. Het kortsluiten van de contactpunten kan de batterij of het object dat de
verbinding maakt beschadigen.
Het achterlaten van de batterij in koude of warme omgevingen, zoals in een afgesloten
auto in zomer of winter, vermindert de capaciteit en levensduur van de batterij. Probeer
de batterij altijd op een temperatuur tussen 15°C en 25°C (59°F en 77°F) te houden. Een
toestel met een hete of koude batterij kan eventueel tijdelijk niet functioneren, zelfs als
de batterij volledig is opgeladen. De batterijprestaties worden met name belemmerd bij
temperaturen onder het vriespunt.
Werp de batterijen nooit in een vuur, ze kunnen exploderen. Batterijen kunnen ook
exploderen als ze beschadigd raken. Werp batterijen altijd weg in overeenstemming met
plaatselijke regelgeving. Hergebruik indien mogelijk. Werp batterijen niet weg bij het
huishoudelijk afval.
De batterij vervangen
De smartphone maakt gebruik van lithium batterijen. Vervang de batterij altijd met
eentje van hetzelfde type als de batterij die bij het product is geleverd. Het gebruik van
een andere batterij kan resulteren brand of explosie.
Waarschuwing! Bij onjuiste behandeling kunnen accu's exploderen. Maak accu's niet
open en werp ze niet in vuur. Houd deze buiten het bereik van kinderen. Volg de
plaatselijke reguleringen bij het weggooien van gebruikte accu's.
Extra veiligheidsinformatie
Het toestel en de accessoires kunnen kleine onderdelen bevatten. Houd deze buiten het
bereik van kleine kinderen.
Gebruiksomgeving
Waarschuwing! Uit veiligheidsoverweging dient u alle toestellen die draadloos of
met radiosignalen functioneren uit te schakelen, als u de smartphone onder de
volgende omstandigheden gebruikt. Deze toestellen kunnen onder andere gebruik
maken van: draadloos-LAN (WLAN), Bluetooth en/of 3G.
Volg altijd eventuele speciale regels die in uw omgeving van toepassing zijn, en schakel
het toestel altijd uit als het gebruik van het toestel verboden is of als het storing of
gevaar kan veroorzaken. Gebruik het toestel alleen in normale omstandigheden en
opstellingen. Voor het met succes overdragen van gegevensbestanden of berichten,
vereist dit toestel een goede netwerkverbinding met het netwerk. In bepaalde gevallen
kan overdracht van gegevensbestanden of berichten worden uitgesteld tot een
verbinding beschikbaar is. Zorg dat de bovenstaande afstanden in acht worden
gehouden totdat de overdracht voltooid is. Onderdelen van dit toestel zijn magnetisch.
Metalen objecten kunnen worden aangestrokken tot dit toestel, en personen met
toestellen mogen het toestel niet bij het oor met het hoorhulpmiddel houden. Plaats
creditcards of andere magnetische opslagmedia nooit bij het toestel, omdat de gegevens
op de kaart dan gewist kunnen worden.
Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen
51