Gebruiks- en onderhoudsinstructies
8.9 Onderhoudsschema
Volgende instructies hebben betrekking op normale werkomstandigheden.
In speciale gevallen, bijv. zeer langdurig, dagelijks werk, moeten de vermelde
onderhoudsintervallen dienovereenkomstig worden verkort.
Carburateur
Luchtfilter
Bougie
Smering van het drijfwerk
Metaalsnijwerktuig
Koelluchtinlaat
Cilinderribben
Brandstoftank
Brandstoffilter
Alle bereikbare schroeven
(behalve instelschroeven)
Bedieningselementen
(stopschakelaar, gashendel,
halfgasvergrendeling, starter)
Geluiddemper
Volledige machine
Voer de onderhoudswerken regelmatig uit. Doe indien nodig een beroep op een werkplaats als u niet alle
werken zelf kunt uitvoeren. De eigenaar van de machine is verantwoordelijk voor:
Schade door onvakkundig of niet tijdig uitgevoerde onderhouds- of herstellingswerken
Gevolgschade - ook corrosie - bij onvakkundige bewaring
NEDERLANDS 18
stationair toerental controleren
stationair toerental instellen
reinigen
vervangen
elektrodenafstand controleren en eventueel
aanpassen
vervangen
controleren
vervangen
controleren
slijpen
vervangen
reinigen
reinigen
reinigen
vervangen
aanspannen
functiecontrole
visuele toestandscontrole
visuele toestandscontrole
reinigen
X
X
X
X
X
X
X X
X
X
X
X X
X
X
X
X
X X
X X
X
X
X
X
X X
X
X
X
X
X X