Gebruiks- en onderhoudsinstructies
8.3 Instelling carburateur
De carburateur wordt in de fabriek optimaal
ingesteld. Afhankelijk van de gebruikslocatie
(gebergte, laagland) moet de instelling van de
carburateur eventueel worden aangepast.
Fig. 18
De carburateur heeft 3 stelschroeven:
Stationair-aanslagschroef "T"
Regelschroef "L" voor het mengsel bij stationair
toerental
Regelschroef "H" voor het mengsel bij vollast
De regelschroeven voor het mengsel bij
stationair toerental "L" en het mengsel bij
vollast "H" mogen enkel worden ingesteld in de
erkende werkplaats.
Geringe correcties van de instelling van het standgas
op het in de technische gegevens vermelde
gemiddelde stationaire toerental, kunnen als volgt
worden uitgevoerd met de stationair-aanslagschroef
"T" en met behulp van een toerentalmeter:
Als het stationair toerental te groot is, draait u de
stationair-aanslagschroef "T" iets open door
linksom te draaien.
Als het stationair toerental te laag is (de motor
blijft dus staan), draait u de stationair
aanslagschroef "T" iets dicht door rechtsom te
draaien tot de motor gelijkmatig loopt.
Het snijwerktuig mag nooit worden
aangedreven bij stationair toerental!
Als een optimale instelling van de carburateur niet
kan worden verkregen door de stationair-
aanslagschroef "T" te corrigeren, dient u de
carburateur optimaal te laten instellen in een erkende
werkplaats.
Volgende instructies zijn bedoeld voor de
erkende werkplaats
Bij D-Cut-carburateurs:
Gebruik de D-CUT-carburateursleutel om de
regelschroef "L" voor het mengsel bij stationair
toerental en de regelschroef "H" voor het mengsel bij
vollast te corrigeren.
Bij carburateurs met limitercaps:
De regelschroeven voor het mengsel bij stationair
toerental en het mengsel bij vollast kunnen in
beperkte mate worden versteld.
NEDERLANDS 16
Voor een correcte instelling van het stationair
toerental moet de luchtfilter schoon zijn!
Laat de motor warmdraaien voor u de instelling
uitvoert.
De carburateur wordt ingesteld om een
maximaal motorvermogen te verzekeren. Voor
de instelling moet in elk geval een toerentalmeter
worden gebruikt!
Stel geen hoger toerental in dan aangegeven, want
dit kan tot motorschade leiden!
8.4 Bougie-informatie
De bougie moet om de 50 bedrijfsuren worden
gecontroleerd.
Fig. 19
Duw op de achterste beugel van de
bougieafdekking (16) en klap deze langs boven
weg.
Trek de bougiestekker daaronder uit.
Schroef de bougie uit en droog hem goed af.
Als de elektroden sterk afgebrand zijn, de bougie
onmiddellijk vervangen - anders om de 100
bedrijfsuren.
Als de bougie uitgeschroefd is of de bougiekabel uit
de stekker verwijderd is, mag de motor niet in
beweging worden gezet. Er bestaat brandgevaar
door vonkvorming!
De ontstoorde bougie (verbrandingswaarde 200) is
bijv. onder volgende benamingen verkrijgbaar:
BOSCH
WSR6F
CHAMPION
RCJ-6Y of vergelijkbaar.
De voorgeschreven elektrodenafstand bedraagt 0,5
mm.
Gebruik enkel bougies met vast gemonteerde, dikke
aansluitmoer aan het bovenste uiteinde. Anders
bestaat er brandgevaar door vonkvorming. Voor u
begint te werken, dient u na te gaan of de
ontstekingskabel perfect aangesloten is en de isolatie
intact is.
Schroef de bougie weer in.
Duw de bougiestekker altijd goed vast op de
bougie.
Plaats de bougieafdekking met de
geleidingstappen op de behuizing, klap de
afdekking weer omlaag en zet ze stevig vast.