Modus A: Diafragmaprioriteit AE
Kies een diafragma en laat de camera de sluitertijd aanpassen
voor optimale belichting.
A
DRIVE-modusknop
B
Diafragma
C
Sluitertijd
Bevestig dat A verschijnt in het scherm.
O
•
Als de juiste belichting niet kan worden bereikt bij het geselecteerde
diafragma, wordt de sluitertijd in het rood weergegeven.
•
Als het onderwerp zich buiten het lichtmeterbereik van de camera
bevindt, wordt de sluitertijd weergegeven als "– – –".
N
•
Het diafragma kan zelfs worden aangepast wanneer de ontspanknop
half wordt ingedrukt.
•
Druk op de knop waaraan OPNAMEMODUS is toegewezen (bij stan-
daardinstellingen de knop Fn2) om heen en weer te schakelen tussen
automatische en door de gebruiker geselecteerde sluitertijd (handmatig
geselecteerde sluitertijd). Deze functie kan desgewenst worden toege-
wezen aan een andere knop (P 259).
Instelling
Instelling
STILL
Door gebruiker
geselecteerd
Automatisch
P-, S-, A- en M-modi
73
5