14
Onderhoud - maaibalk
14.3
Stootranden aan maaibalk controleren/vervangen
14.3
Stootranden aan maaibalk controleren/vervangen
LET OP
Onregelmatige controle van de stootranden
De stootranden zijn onderhevig aan natuurlijke slijtage en moeten dagelijks op slijtage worden
gecontroleerd en eventueel worden vervangen. Als er geen controle plaatsvindt, kan er
schade aan de machine ontstaan.
De lasstroom en het lasmateriaal aanpassen aan het materiaal van de maaibalk en de
stootrand. Evt. een proeflassing uitvoeren.
KM000-081
De lasnaden van de oude stootrand openen.
De stootrand verwijderen.
De aanlegvlakken ontbramen.
KM000-080
De nieuwe stootrand (3) inpassen.
Aan de bovenkant van de maaibalk in de gebieden (1) korte I-naden lassen (elk ca. 30 mm).
INFO: De randen (2) mogen niet gelast worden.
Aan de onderkant van de maaibalk de stootrand (3) over de volledige lengte in het gebied
(5) aan de maaibalk lassen. INFO: De randen (4) mogen niet gelast worden.
14.4
Oliepeil controleren
INFO
Oliewissel aan de maaibalk is niet noodzakelijk.
128
EasyCut F 320 CV
Originele handleiding 150000173_07_nl