Voorbereiding voor het naaien
• Het gebruik van de naaldinrijger
Waarschuwing
N.B.: Gebruik naaimachinenaalden 11 t/m 16 met de naaldinrijger. (Naald nr. 14
is bij de naaimachine geleverd.) U kunt de naald niet inrijgen als de draad
te dik is voor de naald. Voor bijzonderheden over mogelijke combinaties
van naald en draad, zie "samenwerking tussen naald, garen en stof en het
instellen van de draadspanning" op pagina 26.
1
Zet het handwiel zodanig, zodat de lijn
boven staat, zoals aangegeven in de
illustratie.
2
Zet de persvoethendel omhoog.
3
Controleer of de draad door de
naalddraadgeleider is geleid.
4
Terwijl u de hendel van de naaldinrijger
geheel omlaag houdt, leidt u de draad
door de geleider, zoals aangegeven in
de illustratie.
18
Alvorens de naaldinrijger te gebruiken, haalt u de
stekker uit het stopcontact.
Anders kunt u letsel oplopen.
Naalddraadgeleider
Hendel van de
naaldinrijger
Persvoethendel
Geleider
Lijn