Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Menu 11 -Zones Overbruggen; Menu 12 - Inschakelen; Menu 13 - Deelbeveiligd Inschakelen; Menu 14 - Nachtstand Inschakelen - Honeywell Security Galaxy 2 Series Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Menu 11 - Zones overbruggen
Een gebruiker kan met deze functie tijdelijk een detectiezone in het systeem uitschakelen
(om bijvoorbeeld een bewegingsdetector uit te schakelen wanneer de hond thuis blijft). De
overbrugging van een zone geldt slechts tijdens één inschakelperiode en wordt automatisch
gereset als het systeem wordt uitgeschakeld. Wanneer de menuoptie wordt geopend, wordt de
eerste overbrugbare zone weergegeven. U kunt de functietoetsen A> en B< gebruiken om de
verschillende zones te selecteren. Als u een specifieke zone wilt overbruggen, stapt u naar de
zone tot dat deze op het scherm wordt weergegeven. Druk op de # toets. De text in de
linkerbenedenhoek van het display veranderd in 'OVERBRGD'. Selecteer indien nodig andere
zones op dezelfde manier. Wanneer alle gewenste zones zijn geselecteerd drukt u op ENT om de
overbrugde zones te bevestigen of op ESC om terug te gaan en de overbrugde zones op te
slaan om later te kunnen inschakelen met overbrugde zones.
Menu 12 - Volledig inschakelen
Met deze optie wordt het systeem volledig ingeschakeld. Deze functie is hetzelfde als het
intoetsen van een geldige code gevolgd door de A> toets.

Menu 13 - Deelbeveiligd inschakelen

Met deze menuoptie start u de deelbeveiligde inschakeling die reeds eerder is beschreven.
Menu 14 - Nachtstand
Met deze menuoptie start u de nachtstand inschakeling die reeds eerder is beschreven.
Menu 15 - Bel functie
Met deze menuoptie kunt u voor één of meer zones de BEL FUNCTIE activeren. Wanneer deze
voor een zone is ingeschakeld zal de bediendeelbuzzer twee maal kort piepen als de zone wordt
geactiveerd. Deze functie kan bijvoorbeeld goed van pas komen in een winkel om aan te geven
dat een klant via de voordeur is binnengekomen.
Menu 21 - Display zones
Deze menuoptie wordt gebruikt om de status van elke afzonderlijke detectiezone van het
systeem aan te geven. Wanneer de optie wordt geopend, wordt de eerste systeemzone als
volgt weergegeven:
Op de bovenste rij wordt het zoneadres weergegeven met de zonefunctie die de huidige status
wijzigt (geopend, gesloten, enzovoort).
OPMERKING:
als blokken zijn ingeschakeld, wordt het blok weergegeven.
status
1001
1001
GESLOTEN
GESLOTEN
1001
1001
1001
GESLOTEN
GESLOTEN
GESLOTEN
ZONE1
ZONE1
ZONE1
ZONE1
ZONE1
Op de onderrij wordt de beschrijving van de zone weergegeven om de identificatie ervan te
vergemakkelijken.
Met de functietoetsen A> en B< kunnen de verschillende zones van het systeem worden
weergegeven.
Als u daarnaast op de toets# drukt, worden extra diagnostische gegevens voor die zone
weergegeven. Dit kan mogelijk nodig zijn om fouten op te sporen wanneer u telefonisch
contact uw installateur heeft.
functie
1001
1001
LAATSTE
LAATSTE
1001
1001
1001
LAATSTE
LAATSTE
LAATSTE
ZONE1
ZONE1
ZONE1
ZONE1
ZONE1
10
blok
1001G1
1001G1
GESLOTEN
GESLOTEN
1001G1
1001G1
1001G1
GESLOTEN
GESLOTEN
GESLOTEN
ZONE1
ZONE1
ZONE1
ZONE1
ZONE1

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave