Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

A
Als dit gebeurt, draait u de kraan dicht
en neemt u contact op met de erkende
klantenservice om de slang te laten
vervangen.

3.5 Waterafvoer

De afvoerslang moet rechtstreeks in een
afvoerpijp op een hoogte van niet
minder dan 60 cm en niet meer dan 100
cm worden geplaatst.
De afvoerslang kan op verschillende
manieren worden aangesloten:
1. Maak een U-vorm van de afvoerslang
en plaats hem rond de plastic
slanggeleider.
2. Aan de rand van een gootsteen -
Maak de geleider vast aan de
waterkraan of aan de wand.
Zorg dat de plastic geleider
niet kan bewegen als het
apparaat water afvoert.
Zorg ervoor dat het uiteinde
van de afvoerslang niet in
water is ondergedompeld.
Er kan een vuil water
teruglopen in het apparaat.
3. Op een staande leiding met een
ventilatiegat - Steek de afvoerslang
direct in een afvoerleiding.
Raadpleeg de illustratie.
Het einde van de
afvoerslang moet altijd
geventileerd zijn, d.w.z. dat
de binnendiameter van de
afvoerpijp (min. 38 mm -
min. 1.5") groter moet zijn
dan de buitendiameter van
de afvoerslang.
4. Als het uiteinde van de afvoerslang
er zo uitziet (zie de afbeelding), dan
kunt u het direct in de standpijp
plaatsen.
5. Zonder de plastic slanggeleider:
Plaats de afvoerslang in de
gootsteenafvoer en draai deze vast
met een clip. Raadpleeg de
illustratie.
NEDERLANDS
9

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave