Basisfuncties
3
Als de batterij volledig is opgeladen, koppelt u het apparaat los van de oplader. Koppel de
oplader eerst los van het apparaat en vervolgens van het stopcontact.
Om stroom te besparen moet u de oplader loskoppelen wanneer u deze niet gebruikt. De
oplader beschikt niet over een aan/uit-schakelaar. U moet daarom de oplader loskoppelen
van het stopcontact wanneer u deze niet gebruikt, om te voorkomen dat u energie verspilt.
De oplader moet in de buurt van het stopcontact blijven tijdens het opladen en moet
eenvoudig te bereiken zijn.
De resterende oplaadtijd bekijken
Tijdens het opladen kunt u het startscherm openen en op Apps → Instellingen → Batterij tikken.
De werkelijke oplaadtijd kan verschillen afhankelijk van de status van uw apparaat en
de oplaadomstandigheden. De resterende oplaadtijd wordt mogelijk niet weergegeven
wanneer u het apparaat oplaadt in zeer koude of zeer hete omstandigheden.
Batterijverbruik verminderen
Uw apparaat beschikt over verschillende opties waarmee u het verbruik van de batterij kunt
verminderen.
• O ptimaliseer het apparaat met Smart manager.
• S chakel over naar de slaapstand door op de aan/uit-toets te drukken, wanneer het apparaat niet
wordt gebruikt.
• S chakel de spaarstand in.
• S luit overbodige apps.
• S chakel de Bluetooth-functie uit wanneer deze niet wordt gebruikt.
• S chakel de Wi-Fi-functie uit wanneer deze niet wordt gebruikt.
• S chakel automatisch synchroniseren van apps uit.
• V erminder de tijd voor achtergrondverlichting.
• V erminder de helderheid van het scherm.
11