Veeg eventuele pluisjes die zich rondom het apparaat
•
hebben opgehoopt, weg.
Gebruik het apparaat niet zonder een filter. Reinig het
•
pluisfilter voor of na elk gebruik.
Droog geen ongewassen artikelen in de wasdroger.
•
Artikelen die zijn bevuild met stoffen als spijsolie,
•
aceton, benzine, petroleum, kerosine,
vlekkenverwijderaars , terpentine, boenwas en
boenwasverwijderaars dienen alvorens in de
droogtrommel te worden gedroogd, te worden
gewassen in heet water met een extra hoeveelheid
wasmiddel.
Artikelen van schuimrubber (latexschuim),
•
douchemutsjes, waterdichte kleding, artikelen met
een rubberen binnenkant en kleding of kussens met
een vulling van schuimrubber dienen niet in de
droogtrommel te worden gedroogd.
Wasverzachters of soortgelijke producten dienen te
•
worden gebruikt zoals aangegeven in de
wasverzachterinstructies.
Verwijder alle objecten, zoals aanstekers en lucifers,
•
uit broek-, rok- of jaszakken.
Stop een wasdroger nooit voor het einde van een
•
droogcyclus, tenzij alle voorwerpen snel uit de
trommel verwijderd en uitgehangen worden, zodat de
hitte snel verdwijnt.
Het laatste deel van een droogtrommelcyclus vindt
•
plaats zonder warmte (koelcyclus) om ervoor te zorgen
dat de artikelen uiteindelijk een temperatuur hebben
waarbij is gewaarborgd dat de artikelen niet worden
beschadigd.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het
•
stopcontact voordat u onderhoudshandelingen
verricht.
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Montage
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen
beschadigd apparaat.
NEDERLANDS
5