8. BIJZONDERHEDEN VAN UW VIDEORECORDER
Stel uw individuele bedieningscomfort
op de videorecorder in
U kunt voor enkele opname- en weergavefuncties uw
individuele instellingen van tevoren vastleggen.
Gedetailleerde uitleg van de functies vindt u in het
desbetreffende hoofdstuk.
!
Schakel het TV-toestel in en kies het programma-
nummer voor de videorecorder.
"
Druk op de toets l van de afstands-
bediening.
¤
Kies de regel „Pers. voorkeur". Bevestig met de
toets _.
$
De OSD-pagina „PERS. VOORKEUR" verschijnt op
het beeldscherm, de regel „Timer" is actief.
PERS. VOORKEUR
Timer
Opnamesnelheid
OSD functie
Direkt opnemen
Opn. gereed
Automatisch LP
%
U kunt nu vastleggen, aan welke TIMER-
programmering u de voorkeur geeft.
Kies de weergave „Geen voorkeur", „Standaard
Timer" of „ShowView".
&
Kies met de toets f of e de regel „Opname-
snelheid". Kies de weergave „SP"
(= standaardspeelduur) of „LP" (= langspeelduur).
/
Kies de regel „OSD functie". Kies de gewenste
weergave:
„auto": De informatie wordt enkele seconden op
het beeldscherm weergegeven en verdwijnt dan.
„aan": De informatie wordt continu op het
beeldscherm weergegeven.
„uit": De informatie wordt niet op het beeldscherm
weergegeven.
>
Geen voorkeur
SP
auto
aan
E2
aan
Bevestigen - OK
(
Kies de regel „Direkt opnemen". Is de functie inge-
schakeld, dan neemt de videorecorder altijd de (op
het moment van de opnamestart) op het TV-toestel
gekozen televisiezender op. Kies de functie „uit" of
„aan".
)
Kies de regel „Opn. gereed" (Extern gestuurde
TIMER-opname). Kies de weergave „E1" of „E2"
(opnamen van beeld-/geluids-bronnen op de scart-
aansluitingen yx of
cv, b.v. tweede videorecor-
der, satellietontvanger, decoder enz.).
<:
Leg de invoer met de toets B vast.
<>
Beëindig met de toets l.
33