4.
Vervang de tonercartridge als zich krassen, vingerafdrukken of andere beschadigingen op de
afbeeldingsdrum bevinden.
5.
Plaats de tonercartridge terug en druk enkele pagina's af om te zien of het probleem is opgelost.
Papier en afdrukomgeving controleren
Stap een: Papier gebruiken dat voldoet aan de specificaties van HP
Sommige problemen met de afdrukkwaliteit kunnen ontstaan wanneer u papier gebruikt dat niet voldoet aan
de specificaties van HP.
Gebruik altijd papier van een type en gewicht dat door deze printer wordt ondersteund.
●
Gebruik papier van goede kwaliteit en dat vrij is van sneden, inkepingen, scheuren, vlekken, losse
●
deeltjes, stof, kreukels, gaten, nietjes en gekrulde of verbogen randen.
Gebruik papier waarop nog nooit is afgedrukt.
●
Gebruik papier dat geen metallisch materiaal bevat, zoals glitter.
●
Gebruik papier dat is ontworpen voor laserprinters. Gebruik geen papier dat alleen is geschikt is voor
●
inkjetprinters.
Gebruik geen papier met een te ruw oppervlak. Gladder papier zorgt over het algemeen voor een beter
●
afdrukresultaat.
Stap twee: De omgeving controleren
De omgeving kan de afdrukkwaliteit direct beïnvloeden en is een algemene oorzaak van problemen met
afdrukkwaliteit of papiertoevoer. Probeer het volgende:
Plaats de printer niet op een tochtige locatie, zoals in de buurt van ramen of deuren, of bij het
●
ventilatierooster van de airconditioning.
Zorg ervoor dat de printer niet wordt blootgesteld aan temperaturen of vochtigheid die buiten de
●
productspecificaties vallen.
Zet de printer niet in een afgesloten ruimte, zoals een kast.
●
Plaats de printer op een stevig, vlak oppervlak.
●
Zorg ervoor dat de luchtuitlaten van de printer niet worden geblokkeerd. De printer moet aan alle
●
kanten beschikken over een goede luchtstroom, ook aan de bovenkant.
Bescherm de printer tegen vuiltjes in de lucht, stof, stoom, vet en andere elementen die in de printer
●
aanslag kunnen vormen.
Stap drie: De uitlijning van een afzonderlijke lade instellen
Volg de volgende stappen wanneer tekst of beelden niet gecentreerd of onjuist uitgelijnd zijn op de
afgedrukte pagina, wanneer u vanuit specifieke laden afdrukt.
1.
Veeg vanaf het beginscherm op het bedieningspaneel van de printer totdat het menu
weergegeven. Raak de knop
2.
Open de volgende menu's:
126 Hoofdstuk 8 Problemen oplossen
Instellingen
aan om het menu Instellingen te openen.
Instellingen
wordt
NLWW