(i) Open de deuren en ramen om de ruimte te ventileren (als dit veilig is om te doen).
(ii) Schakel alle brandstofapparaten uit waar mogelijk.
(iii) Ontruim het gebouw met de deuren en ramen geopend.
(iv) Zorg ervoor dat personen die getroffen zijn door de gevolgen van koolmonoxidevergiftiging (hoofdpijn,
misselijkheid) direct medische hulp krijgen, en geef aan dat koolmonoxidevergiftiging wordt vermoed.
(v) Bel het noodnummer.
(vi) Betreed het gebouw pas weer als de melder is gestopt. (Als de melder is onderdrukt door het indrukken
van de Test/Hush-knop (test-/onderdrukkingsknop), moet u minimaal 5 minuten wachten. De melder
controleert dan of de koolmonoxide verdwenen is).
(vii) Gebruik de verbrandingstoestellen pas weer als ze zijn gecontroleerd door een expert. Bij gasapparaten
moet dit een geregistreerde gasinstallateur zijn.
De melder stopt als de koolmonoxide verdwenen is.
Het indrukken van de Test/Hush-knop (test-/onderdrukkingsknop) onderdrukt de melder direct gedurende
4 minuten als de koolmonoxide <150ppm is. Als de koolmonoxide nog steeds aanwezig is na 4 minuten,
worden de rode led-indicator en de claxon weer ingeschakeld.
Opmerking: Als voor ventilatie is gezorgd door ramen en deuren open te houden, kan de opbouw van
koolmonoxide zijn opgelost als hulp arriveert en kan het alarm van de melder gestopt zijn. Ondanks dat uw
probleem tijdelijk opgelost lijkt, is het van cruciaal belang dat de bron van de koolmonoxide wordt bepaald
en dat overeenkomstige reparaties worden uitgevoerd.
DE MELDER NOOIT NEGEREN!
40