Levelflex FMP55 PROFIBUS PA
8.3
Instrumentconfiguratie
8.3.1
Configureren scheidingslaagmeting
R
D
I
LN
L
I
10
Configuratieparameters voor scheidingslaagmeting
R = referentiepunt van de meting
E = Leeginregeling (= nulpunt)
F = Inregeling vol (= meetgebied)
LN = sondelengte
UP = Gemeten waarde bovenste laag
1.
Setup → Tag-beschrijving
Voer instrumentidentificatie in.
2.
Setup→ Instrumentadres
Voer het busadres van het instrument in (alleen indien het adres via de software is
ingesteld).
3.
Setup → Bedrijfsmodus
Kies Optie Scheidingslaag capacitief gemeten.
4.
Setup → Afstandseenheid
Kies de lengte-eenheid.
5.
Setup → Tank type
Kies tanktype .
Endress+Hauser
D
L
UP
L
L
D
= Scheidingslaag afstand (afstand van flens tot DK
I
L
= Scheidingslaag
I
D
= Afstand
L
L
= Niveau
L
100%
DK
(
DC
)
1
1
DK (DC )
2
2
0%
Inbedrijfname
E
F
A0011177
)
2
25