Liquistation CSF33
5
Elektrische aansluiting
5.1
Aansluiten van het monstername-apparaat
WAARSCHUWING
L
Instrument staat onder spanning!
Verkeerde aansluiting kan ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben!
‣
De elektrische aansluiting mag alleen worden uitgevoerd door een elektrotechnicus.
‣
De elektrotechnicus moet deze beknopte handleiding hebben gelezen en begrepen en de
instructies daarin opgenomen opvolgen.
‣
Voor het uitvoeren van de aansluitwerkzaamheden, moet worden gewaarborgd dat op
geen enkele kabel nog spanning staat.
LET OP
Het instrument heeft geen voedingsschakelaar
‣
Een zekering met een maximaal waarde van 10 A moet door de klant worden voorzien.
Houd de locale voorschriften voor de installatie aan.
‣
Gebruik een HBC-zekering met 10 A, 250 V AC voor monstername-apparaten met CSA-
goedkeuring.
‣
De uitschakelaar moet een schakelaar of voedingsschakelaar zijn en worden gelabeld als
uitschakelaar voor het instrument.
‣
De aardverbinding moet als eerste voor alle andere aansluitingen worden uitgevoerd.
Gevaar kan ontstaan wanneer de randaarde wordt losgekoppeld.
‣
Een uitschakelaar moet in de nabijheid van het instrument worden geïnstalleerd.
‣
Voor 24 V-uitvoeringen, moeten de voedingsspanning en de spanningsbron gescheiden
worden van laagspanningskabels (110/230 V AC) door dubbele of versterkte isolatie.
Bedrijf met niet-stationaire voedingskabelaansluiting op het monstername-apparaat
(optie)
5.1.1
Installeren van de kabel
• Installeer de kabels zodanig, dat deze zijn beschermd achter het achterpaneel van het
instrument.
• Kabelwartels (maximaal 8 afhankelijk van de uitvoering) zijn leverbaar voor de kabelinvoer.
• De kabellengte vanaf de fundering tot de klemaansluiting is ongeveer 1,7 m (5.6 ft).
•
5.1.2
Kabeltypes
• Voedingsspanning: bijv. NYY-J; 3-draads; min. 2,5 mm
• Analoge, signaal- en transmissiekabels: bijv. LiYY 10 x 0,34 mm
De aansluitklemmen zijn geplaatst onder een extra beschermdeksel in het achterste
bovengedeelte van het instrument. Daarom moet voor de inbedrijfname het achterpaneel
van het instrument worden weggenomen om de voedingsspanning aan te sluiten. De
aderdoorsnede moet tenminste 2,5 mm
een 24 V voedingsspanning, kan een stroom tot 10 A stromen. Daarom moet worden
gelet op de spanningsval over de voedingskabel. De spanning aan de klemmen van het
instrument moet binnen het gespecificeerde bereik liggen (→ 29) .
Endress+Hauser
2
2
zijn voor instrumenten met 24 V voeding. Bij
Elektrische aansluiting
2
19