Instellingen
VERBINDINGEN
Wi-Fi
Schakel de Wi-Fi-functie in om verbinding te maken met een Wi-Fi-netwerk en toegang te krijgen tot
internet of andere netwerkapparaten.
Het apparaat gebruikt een niet-geharmoniseerde frequentie en is bedoeld voor gebruik
in alle Europese landen. WLAN kan in de EU zonder beperkingen binnenshuis worden
gebruikt, maar niet buitenshuis.
1
Tik op het scherm Instellingen op Wi-Fi en tik op de schakelaar Wi-Fi om deze te activeren.
2
Selecteer een netwerk in de lijst met Wi-Fi-netwerken.
Netwerken waarvoor een wachtwoord is vereist, worden weergegeven met een slotpictogram.
3
Tik op Verbinden.
Wi-Fi-netwerken toevoegen
Als het gewenste netwerk niet wordt weergegeven in de lijst met Wi-Fi-netwerken, kunt het
handmatig toevoegen.
1
Tik op Wi-Fi-netwerk toevoegen onder aan de lijst.
2
Geef de netwerknaam in bij Netwerk-SSID.
3
Selecteer het beveiligingstype.
4
Geef het wachtwoord in als het geen open netwerk is en tik op Verbinden.
145