INSTELLINGEN VIA AFSTANDSBEDIENING (OPTIONEEL)
VELDAFMETINGEN
IMMUNITEITSFILTER
ONBEDEKTE ZONE
MIN. OBJECTGROOTTE
(benaderende waarden)
VERTRAGING VAN DE
UITGANGSACTIVERING
(benaderende waarden)
OMLEIDING VAN HET
DETECTIEVELD
UITGANGSCONFIGURATIE
R1 R2
A = actief
R1 = relais 1
P = passief
R2 = relais 2
hetzelfde als
R1
beveiligingsveld
R1
geen veld
R2
geen veld
R2
VOOR KRITIEKE OMGEVINGEN
(REGEN, SNEEUW, MIST)
buiten
binnen
laag
Kies tussen kritieke omgevingen of kritieke objecten.
5
10
Verhogen bij sneeuw, losse bladeren enz.
uit
5
uit
100
200
De uitgangen worden geschakeld na een constante detectietijd van x ms
(bijv. waarde 3= 300 ms).
optioneel
R1
optioneel
of bev.
be-
R2
be-
veiliging
veiliging
TESTANTWOORD OP R1 + R2
A - NO
P - NC
R1
R2
A - NO
P - NC
NO = normaal open
NC = normaal gesloten
-
0,5 m
5,0 m
-
0,5 m
5,0 m
-
0,5 m
5,0 m
-
0,5 m
5,0 m
VOOR KRITIEKE OBJECTEN
binnen buiten
buiten
buiten
hoog
midden
25
15
20
10
15
20
300
400
500
600
TESTANTWOORD OP R2
A - NO
P - NC
A - NO
A - NO
P - NC
P - NC
Om de afmetingen van
het optioneel veld te
configureren (relais 1),
moet een nieuwe teach-in
van de virtuele drukknop
gestart worden zonder
enige beweging in het
detectieveld.
buiten
buiten
midden
hoog
laag
cm
cm
ms
700
800
900
P - NC
P - NC
A - NO
A - NO
A - NO
P - NC
17