6
OPTIONELE CONFIGURATIE
6.2 ACTIVERING/DEACTIVERING VAN DE DETECTIEGORDIJNEN
Activeer of deactiveer de detectiegordijnen naar gelang de gewenste velddiepte.
λ
1
λ
2
λ
3
λ
4
bv:
De afstanden tussen de gordijnen zijn afhankelijk van de installatiehoogte en de montagezijde. Wordt
de sensor links boven geïnstalleerd, dan bedraagt de afstand tussen het eerste en het laatste gordijn
ongeveer 10 cm voor elke meter montagehoogte. Bijvoorbeeld: op 5 m bedraagt de afstand 50 cm.
Test de goede werking van de installatie alvorens de ruimte te verlaten.
12
LZR-P110 OP DRAAIDEUREN
X
X
X
λ1
λ2
λ3
gordijn is niet actief
gordijn is actief
λ
λ
1 +
2 zijn actief
λ
λ
3 +
4 zijn niet actief
X
λ4
FABRIEKSWAARDEN
alle gordijnen zijn actief