Ga naar de sectie die uw toepassing beschrijft:
1
MONTAGE
1
Gebruik het montageprofiel om de
sensor correct te positioneren. De
grijze zone geeft de oriëntatie van
de detectiezone weer. Boor 4 gaten
op het montageprofiel en indien
nodig 1 gat voor de kabel.
4
Open het beschermdeksel, sluit
de connector aan en breng de
kabel in de gleuf.
Sluit het beschermdeksel en
bevestig het goed.
2
BEDRADING
GROEN
BRUIN
WIT
GEEL
ROZE
VIOLET
ROOD
BLAUW
WIT/ROOD
WIT/BLAUW
Op carrouseldeuren moet de LZR in de bovenhoek van de
deurvleugel worden gemonteerd.
2
10 cm
45°
Breng min. 8 tot 10 cm van de
kabel door het gat. Is er geen
uitgang voor de kabel, gebruik
dan de kabelkanalen achteraan.
5
Plaats de behuizing zoals
aangegeven op de montagesteun.
Draai de sensor totdat de twee
driehoekjes tegenover elkaar
staan.
+
VOEDING +
-
VOEDING -
RELAIS 1 - OPTIONEEL - VERTRAGING
RELAIS 2 - BEVEILIGING - STOP
+
TEST +
-
TEST -
NIET GEBRUIKT
P. 5
P. 9
SCHUIF
DRAAI
CARROUSEL
3
Monteer de montagesteun en
draai de 4 vijzen goed vast om
vibraties te vermijden.
Gebruik de LBA als hulpstuk bij
de montage indien nodig.
Gebruik de voedingsmodule
(24V DC, 0,75 A) indien nodig.
Operator zonder test: sluit de rode
draad en de blauwe draad aan op
de voeding zonder polariteit.
P. 13
45°
13