Veiligheidsvoorschriften
1.7 Tijdens het starten
•
Hou tijdens het starten minstens 3 meter afstand tot de plaats waar wordt getankt en start nooit in gesloten
ruimten.
•
Let erop dat u veilig en stabiel staat tijdens het starten. Altijd op een egale ondergrond starten en de
machine stevig vasthouden.
•
De machine mag uitsluitend door één persoon worden bediend - in een cirkel van 5 meter mogen zich - ook
tijdens het starten - geen andere personen bevinden.
•
Voer de startprocedure uit zoals beschreven in hoofdst. "8. Motor starten / motor afzetten".
1.8 Tijdens het werk
•
Het apparaat mag enkel worden gebruikt als hij volledig in elkaar gezet is.
Zodra de motor draait, produceert de machine giftige uitlaatgassen, die onzichtbaar en reukloos kunnen
zijn. Start de machine nooit in gesloten ruimten. Zorg in nauwe omstandigheden, in kuilen of in greppels
tijdens het werk altijd voor voldoende luchtverversing.
Rook niet op de werkplek - ook niet in de onmiddellijke omgeving van het apparaat. Er bestaat verhoogd
risico voor brand!
•
Werk omzichtig, met overleg en rustig, en breng geen andere mensen in gevaar.
- Let op goede zicht- en lichtomstandigheden.
- Blijf altijd binnen roepafstand van andere personen, die in een noodgeval hulp kunnen bieden.
- Wees attent op mogelijke bronnen van gevaar en tref navenante voorzorgsmaatregelen. Bedenk dat bij
het gebruik van gehoorbescherming het waarnemen van geluiden beperkt is. Ook gevaar aankondigende
akoestische signalen, geroep enz. kunnen niet worden gehoord.
- Het motorapparaat altijdd vast in de hand houden en altijd erop letten dat u veilig en stabiel staat.
- Voorzichtig bij natheid, gladheid, op hellingen of oneffen terrein. Er bestaat verhoogd risico voor uitglijden!
- Let op het risico van struikelen en op hindernissen zoals boomwortels, boomstronken, randen. Wees
uiterst voorzichtig als u op hellingen werkt.
- Nooit in de richting van andere personen blazen, omdat vrij kleine voorwerpen met grote snelheid
omhoog kunnen worden geslingerd.
- Gebruik de machine met zo weinig mogelijk lawaai en uitlaatgassen. Laat de motor niet onnodig draaien.
Bedenk dat ook lawaai een belasting voor het milieu teweegbrengt. Houd u eventueel aan rusttijden, die
plaatselijk anders kunnen zijn.
•
Schakel de motor uit als het gedrag van de machine merkbaar wijzigt.
•
Raak de uitlaat en de geluiddemper niet aan zolang deze nog heet zijn, er bestaat gevaar voor verbranding!
•
Werk nooit met defecte geluiddemper of zonder geluiddemper. Er bestaat gevaar voor gehoorbeschadiging
en verbranding!
Bij het gebruik als zuighakselaar (model 441):
•
Om te zuigen mag het motorapparaat uitsluitend met een gemonteerde opvangzak worden gebruikt. Hang
de draagriem van de opvangzak over uw schouder. Het motorapparaat altijd met twee handen aan de twee
grepen vasthouden.
•
Zuig geen hete of brandende materialen (hete as, brandende sigaretten enz.) op, er bestaat letselrisico
door vuur! Ook ontvlambare vloeistoffen (b.v. benzine), of materialen die met dergelijke vloeistoffen
bevochtigd zijn, mogen niet worden opgezogen. Er bestaat gevaar voor dodelijk letsel door explosie of
brand!
•
Zorgen dat er geen takken, textiel, lappen, , minerale stoffen (kiezel, stenen, enz.), metalen stoffen of
andere materialen die het apparaat niet kan verwerken opgezogen worden, want hierdoor zou het apparaat
beschadigd kunnen worden.
•
De zuighakselaar mag niet worden gebruikt op ondergrond uit kiezelstenen of andere harde materialen die
de machine kunnen beschadigen.
•
Als de aanzuigbuis niet gemonteerd is, moet de rotordeksel altijd gesloten en ingeklikt zijn. Roterende
onderdelen kunnen tot aanzienlijke verwondingen leiden. Er kan ook schade aan de motor ontstaan.
Opmerking:
Als personen met circulatiestoornissen te vaak worden blootgesteld aan vibraties, kan er schade optreden aan
bloedvaten of aan het zenuwstelsel. Volgende symptomen kunnen ten gevolge van vibraties optreden aan
vingers, handen of polsen: inslapen van lichaamsdelen, prikkelen, pijn, steken, verandering van de huidkleur of
van de huid. Als deze symptomen worden vastgesteld, dient u een arts te raadplegen.
NEDERLANDS 6