4
Studio One Artist-snelstart
4.3
Een nieuw nummer creëren
4.3.3 Een audiotrack opnemen
• Audio. Gebruik dit tracktype om audiobestanden op te nemen en af te spelen.
• Instrument. Gebruik deze track om MIDI-data op te nemen en af te spelen om externe
MIDI-apparaten of plug-ins voor virtuele instrumenten te besturen.
• Automatisering. Met dit tracktype kunt u geautomatiseerde parameterinstellingen
voor uw sessie maken.
• Map. Met deze track kunt u uw sessie beheren en snel meerdere tracks tegelijk
bewerken.
Tip voor ervaren gebruikers: Als u voor elk van de beschikbare ingangen een audiotrack wilt toevoegen, gaat u
naar Track | Voeg nummers toe voor alle ingangen.
Aanvr
Stom
Arm
Solo
Monitor
Aangepast
Spoor
Kleur
ST/Mono
Audio-ingang
Bron selecteren
Opmerking: Instrumenttracks zijn vrijwel identiek aan audiotracks. In de lijst met invoerbronnen voor
instrumenttracks worden de beschikbare externe MIDI-apparaten weergegeven, evenals eventuele virtuele
instrumenten die aan de song zijn toegevoegd.
1. Om te beginnen met opnemen, maakt u een audiotrack via Add
Tracks-venster, stel de ingang in op Ingang 1 op uw Studio-serie-interface en sluit
een microfoon aan op dezelfde ingang.
2. Selecteer Opnemen inschakelen op de track. Verhoog het niveau van ingang 1 op uw audio-interface
terwijl u in de microfoon spreekt/zingt. Je zou de invoermeter in Studio One Artist moeten zien
reageren op de invoer. Pas de versterking aan zodat het ingangsniveau bijna het maximum
bereikt, zonder clipping (vervorming).
U bent nu klaar om te beginnen met opnemen. Voor volledige instructies kunt u de Studio One Referentiehandleiding
raadplegen in Help | Studio One-referentiehandleiding.
Spoor
Naam
Meter
STUDIO26c en STUDIO68c
Gebruikershandleiding
24