4. Wacht tot de binnentemperatuur op het basisstation wordt weergegeven.
INSTRUCTIE! Voor permanent gebruik is het aan te bevelen om de stroomvoorziening op het
stroomnet aan te sluiten. Als alternatief is ook een voeding met batterijen mogelijk. Ga als
volgt te werk:
5. Verwijder het deksel van het batterijcompartiment.
6. Plaats de batterijen in het batterijvak. Controleer of de polariteit (+/-) van de batterij correct is.
7. Plaats het deksel van het batterijcompartiment terug.
8. Wacht tot de binnentemperatuur op het basisstation wordt weergegeven.
INSTRUCTIE! Bij het overschakelen van netvoeding naar batterijvoeding of omgekeerd
wordt de voeding om technische redenen tijdelijk uitgeschakeld. Hierbij worden alle eerder
gemaakte instellingen gewist.
Remote sensor
9. Verwijder het deksel van het batterijcompartiment.
10. Plaats de batterijen in het batterijvak. Controleer of de polariteit (+/-) van de batterij correct is.
11. Zet de kanaalkeuzeschakelaar op het gewenste kanaal (1, 2 of 3).
INSTRUCTIE! Dit weerstation kan worden uitgevoerd met maximaal 3 draadloze sensoren.
Elke aangesloten draadloze sensor moet op een ander kanaal worden ingesteld. Als er
slechts één draadloze sensor is aangesloten, moet deze op kanaal 1 worden ingesteld.
12. Plaats het deksel van het batterijcompartiment terug.
9 Batterijniveau-indicator
1. Wanneer het niveau van de batterijen in het basisstation of in de draadloze sensor een kritisch ni-
veau bereikt, verschijnt het batterijniveau-symbool in het betreffende gebied op het display.
2. Bij het vervangen van een set batterijen moeten de batterijen altijd ook uit het andere deel van het
apparaat worden verwijderd en moeten de batterijen in de daarvoor bestemde volgorde weer wor-
den geplaatst (zie hoofdstuk "Instellen van de stroomvoorziening"). Vervang de te vervangen bat-
terijen in het betreffende deel van het apparaat door een volledig nieuwe set met volledige capaci-
teit. Dit zorgt ervoor dat de verbinding tussen de apparaten correct wordt hersteld.
10 Configuratie / Instellen van een WI-FI-
verbinding
• Voor deze configuratie is een smartphone of tablet nodig die is uitgerust met de benodigde
hardware. Meer informatie vindt u in het hoofdstuk "Technische gegevens".
• Een actief en bereikbaar 2,4 GHz WIFI-netwerk en een actieve Bluetooth-verbinding op het
slimme apparaat zijn vereist.
• De toegangsgegevens voor het te gebruiken WIFI-netwerk moeten bekend zijn.
10 / 20