400V
X11
X12
W
W
V
V
U
U
230V
230V
0
0
400V
400V
Y
Y
X
X
Z
Z
Afbeelding 1.
Zet het linker paneel weer terug.
Verzeker u ervan dat de primaire aansluiting voldoende
vermogen kan leveren voor normale werking van de
machine.
Maak gebruik van trage zekeringen (of
zekeringsautomaten met een "D" karateristiek) en kabel
met voldoende aderdoorsnede zoals aangegeven in de
technische specificaties van deze gebruiksaanwijzing.
Zie ook punten [1] en [18] van de afbeeldingen hieronder.
Aansluitingen
Zie punten [6], [7] en [8] van onderstaande afbeelding.
Bediening en functies
1. Voedingsschakelaar AAN/UIT (I/O):
machine netspanning krijgt toegevoerd. Zorg dat de
lasstroombron
eerst
aangesloten voordat u het apparaat met de schakelaar
inschakelt ("I"). Na het aansluiten en inschakelen gaat
de vermogensschakelaar branden om aan te geven dat
het apparaat klaar is om mee te gaan lassen.
2. Thermisch
lampje zal branden als de machine is
oververhit en de output uitgeschakeld is.
Dit kan zich voordoen wanneer de
omgevingstemperatuur boven 40 °C komt of de
inschakelduur van de machine is overschreden.
Schakel de machine niet uit, zodat de interne
componenten kunnen afkoelen. Als de lamp uitgaat,
kan er weer normaal worden gelast
3. Schakelaar voor lasstroomspanning: Stel
de
lasstroomspanning
POWERTEC
schakelaars (2 en 10 stappen). De POWERTEC 355C
PRO en de 425C PRO hebben 2 schakelaars (3 en 10
stappen).
WAARSCHUWING
De lasstroomspanning [3] niet bijschakelen tijdens het
lassen.
4. Digitaal
display:
Voor
lasprocesparameters.
Modusindicatoren:
werkmodus aan van het apparaat:
het apparaat werkt in de synergische
modus (automatische modus)
het apparaat werkt in de handbediende
modus
Nederlands
230V
X11
W
V
U
X12
230V
0
400V
Y
X
Z
Bepaalt of de
op
het
elektriciteitsnet
overbelastingslampje:
bij.
305C
PRO
heeft
de
weergave
van
Deze
lampjes
geven
Display A: Deze laat de waarde van de lasstroom op
dit moment zien (in A) en na beëindiging van het
lasproces toont hij de gemiddelde waarde van de
lasstroom. Afhankelijk van de werkmodus toont
display A na wijziging van de draadaanvoersnelheid
[5];
Display
V:
lasbelastingsspanning op dit moment zien (in V), en
na beëindiging van het lasproces toont hij de
gemiddelde waarde van de lasspanning. Als de
waarde
van
gewijzigd [5], blijft de display leeg.
5. DTS (draadaanvoersnelheid) regelknop:
is
2
Dit
1
3
De
2
8
de
de
8
De
correctie
van
de
automatisch is gelijkgesteld door de
machine, in het bereik 0,75-1,25
De
waarde
van
de
draadaanvoersnelheid in m/min
Deze
laat
de
waarde
de
draadaanvoersnelheid
Afhankelijk van de werkmodus van de
machine, regelt deze knop:
Maakt correctie van de snelheid mogelijk
die automatisch wordt aangepast door de
machine in het bereik ±25%.
Maakt
continue
regeling
draadaanvoersnelheid mogelijk in het
bereik van 1,0 tot 20m/min.
4
A
V
SYNERGIC
B
A
Afbeelding 2.
snelheid
die
bijgestelde
van
de
wordt
van
de
5
6
7
Nederlands