2. Sluit de achterlichten aan.
3. Steek de bovenste montagelipjes in de sleuven van het
frame
(Figuur
5).
4. Steek de onderste montagelipjes in de openingen in de
bumper
(Figuur
5).
5. Controleer of de motorkap goed in de groeven aan de
bovenzijde, de zijkanten en de onderzijde valt
5).
1
5
De gashendelset testen
Geen onderdelen vereist
De accessoiremodus testen
1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak zonder
obstakels.
2. Zet de gashendel op Langzaam
(Figuur
(Figuur
30).
16
Figuur 30
1. Modusschakelaar (stand
rijsnelheid beperken)
2. Modusschakelaar (stand
uit)
3. Modusschakelaar (stand
gashendelvergrendeling)
3. Druk de modusschakelaar naar beneden in de stand
gashendelvergrendeling
4. Stel de parkeerrem in werking, zet de schakelhendel in
neutraal en start de machine.
5. Zet de gashendel op Snel
Opmerking: Het toerental zou de hoogte in moeten
gaan.
6. Zet de gashendel op Langzaam
7. Zet uw voet op de rem.
8. Zet de parkeerrem vrij.
9. Zet de gashendel op Snel
Opmerking: Het toerental zou stationair moeten
blijven.
10. Stel de parkeerrem in werking en schakel de machine
uit.
De modus normale rijsnelheid testen
1. Zet de gashendel op Langzaam
2. Druk de modusschakelaar in Uit
3. Stel de parkeerrem in werking, zet de schakelhendel in
neutraal en start de machine.
4. Gashendel (stand snel)
5. Gashendel (stand
langzaam)
(Figuur
30).
(Figuur
30).
(Figuur
30).
(Figuur
30).
(Figuur
30).
(Figuur
30).